erik de smedt (1953) is germanist. Hij vertaalde onder andere het zesde zintuig van Konrad Bayer (IJzer 2001) en publiceerde over Duitse en Nederlandse literatuur (zie http://users.skynet.be/lit).
luc ebraert (1947) was leraar Engels in het secundair en werkt thans als vertaler
franzobel (vócklabruck 1967, woont in wenen) was tot 1991 beeldend kunstenaar maar is inmiddels de succesvolle schrijver van meer dan 30 boeken. Zijn hoge productiviteit begrijpt hij als parodie op de wetten van de (literaire) markt, met hun voortdurende vraag naar nieuwe producten. ‘Ik ben mijn eigen inflatie,’ aldus Franzobel. Zijn werk geldt als geslaagde vermenging van experiment en commercie, en wordt vooral geroemd om de groteske humor. Het getuigt van zijn grondige kennis van de literatuurtheorie en de literatuurgeschiedenis, maar refereert ook aan andere cultuurverschijnselen zoals de revuewereld, de commedia dell'arte en het werk van Monty Python. Franzobels teksten laten zich niet eenvoudig navertellen; het is immers de bedoeling dat ‘het verhaal zichzelf verdrinkt’. Prijzen o.a. de Ingeborg-Bachmann-Preis (1995) voor Krautflut (zie yang 96/1), de Kasseler Literaturpreis für grotesken Humor (1998), de Arthur-Schnitzler-Dramatikerpreis (2002). Recente publicaties: Ferdinand und Böselkraut (1998), Scala Santa oder Josefine Wurznbachers Höhepunkt (2000, zie Deus ex Machina 94), Lusthaus oder die Schule der Gemeinheit (2002). Over dit laatste boek heet het: ‘In Wenen, midden in een panopticum van dikke dames en vette venten, die vals en gemeen, geil en gretig, nijdig, narcistisch en een beetje nationaalsocialistisch de tijd doden, komen de personages van een emigrantenstory onzacht met elkaar in botsing.’
daniel rovers (1975) is redacteur van yang en werkt als assistent aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB).
sissi (1977) leeft en werkt in Bologna. In 2002 won zij de Premio Furla per l'Arte, een van de belangrijkste prijzen voor jonge beeldende kunstenaars in Italië. Dit jaar creeerde ze in de Amsterdamse tentoonstellingsruimte W139 de marathonperformance ‘The Walk’, waarvoor ze ondermeer inspiratie haalde uit Chrétien de Troyes' Percerval, katholieke bedevaarten, de film Being John Malkovitch, de mythe van Cassandra en Japanse tempelgebruiken. Voor deze yang maakte ze met Nico Vascellari ‘Dove ogni cosa ha inizio e fine’ (‘Waar alles begint en eindigt’), een reeks inkttekeningen die ze afzonderlijk maakten en die elkaar midden in het nummer ontmoeten.
jeroen theunissen (1977) is deze jaargang yangs writer-in-residence. Schrijft proza en poëzie. Zijn debuutroman, De onzichtbare, zal eind 2003 bij Meulenhoff verschijnen.
neeltje van beveren (1977), dichteres. Dit najaar verschijnt haar eerste bundel Alles voor de vorm bij Meulenhoff / Manteau.
frank vande veire (1958) is filosoof en essayist. Hij is de auteur van De geplooide voorstelling. Essays over kunst (1997) en Als in een donkere spiegel. De kunst in de moderne filosofie (2003).