Over Brigitte Kronauer
Brigitte Kronauer
De Duitse schrijfster Brigitte Kronauer (oEssen/BRD, 1940) studeerde germanistiek en pedagogie en werkte enige tijd als lerares. In de jaren '70 publiceerde ze in het alternatieve literaire circuit verhalen en poëzie. Het duurde tot 1980 voor haar eigenzinnig proza, waarvan de verhalenbundel Die gemusterte Nacht een kleine staalkaart levert, de aandacht trok van de gevestigde uitgeverijen. Brigitte Kronauer woont nu als full-time auteur in Hamburg. In het voorbije decennium verschenen van haar verder een essaybundel Aufsätze zur Literatur (1987) en de romans Frau Mühlenbeck im Gehaus (1980), Rita Münster (1983), Berittener Bogenschütze (1986) en haar magnum opus Die Frau in den Kissen (1990).
Brigitte Kronauer is altijd wat in de schaduw blijven staan van meer provocerende, veelbesproken collega's als Elfriede Jelinek en Christa Wolf. Haar werk is niet uitgesproken feministisch, het is vrij van elke moraliserend trekje en opvallend ideologieloos.
Haar hoofdpersonages kunnen het leven slechts aan door het in woorden te ordenen, door indrukken af te tasten, niet door ze te verwerken of te rationaliseren. Bij Kronauers vertelinstanties ontbreekt het historisch perspectief dat zo vanzelfsprekend aan-wezig is in bijna de gehele naoorlogse Duitse literatuur. Wrijvingen, conflicten, haarden van tegengestelde standpunten, zelfs echte dialogen zijn nauwelijks in haar werk te vinden. De lezer die handeling of dramatiek zoekt komt bij Kronauer van een kale reis terug. De enige handeling is het voortschrijden van de zinnen, het afwisselen van waarnemingen en beelden, de emfaze van de personages; dat alles grijpt in elkaar tot één spanningsgewelf, organiseert zich tot een alles omvattend netwerk. Dat is ook duidelijk te merken in de hier vertaalde tekst, het titelverhaal uit Die gemusterte Nacht.
Schrijven is een netwerk van zinnen creëren, een taalwereld buiten de werkelijkheid scheppen: ‘Alles wat in taal, in woorden bestaat, is a priori een droge, veilige plaats’, zegt Kronauers Rita Münster. In het voorwoord van haar Aufsätze noemt Kronauer theoretische literaire concepten onontbeerlijk om de magie van de tekst zelf, die altijd dubbelzinnig is, recht te doen. Teksten zijn vluchtmogelijkheden, maar in hun (onvermijdelijke) kunstmatigheid bezweren ze tegelijk de werkelijkheid.
Niet de werkelijkheid, maar de nauwkeurig in taal gevatte voorstelling van een wereld; niet de doorleefde herinnering, maar de concentratie op het moment; niet het verleden of de toekomst, maar wat het heden aan potentie bezit, staat in Kronauers werk centraal. Afstandelijke, precieze observatie. Het beeld van de kat, dat in Rita Münster opduikt - een zo in zichzelf gesloten en eigenzinnig leven, waarbinnen op elk ogenblik samengebalde energie voorradig is - typeert misschien nog het best