Over Walter Abish
Walter Abish
Walter Abish werd in 1931 te Wenen geboren, in een joods gezin; hij groeide op in Shangai, woonde in Londen en Tel Aviv, was tijdens de Zesdaagse Oorlog soldaat in het Israëlische leger, en werkte als planoloog in New York, waar hij woont. Zijn eerste boek, Alphabetical Africa (1974), was geschreven in de geest van de Franse Oulipo-groep rond o.a. Raymond Queneau, Italo Calvino en Georges Perec, die literaire teksten construeerden binnen vooraf vastgelegde, volstrekt willekeurige formele beperkingen. In het eerste hoofdstuk van Alphabetical Africa komen alleen woorden voor die met a beginnen, in het tweede worden daaraan woorden met beginletter b toegevoegd, tot Abish in het 26ste hoofdstuk uit het hele woordenboek kan kiezen; daarna verdwijnt in elk hoofdstuk één beginletter, zodat in het laatste hoofdstuk van deze roman over o.a. Africa en mieren (ants) weer elk woord met a begint.
Dergelijke spelletjes met formele systemen komen ook voor in de verhalenbundels Minds meet (1975) en In the Future Perfect (1977), waaruit het in dit nummer vertaalde verhaal komt. Het gladde weefsel van de tekst wordt doorkerfd met onopgeloste raadsels, verdwijningen, tussentitels, vragen, onaangekondigde themawisselingen; de fragmenten volgen elkaar op zonder dat een centraal ordenend perspectief een veilige interpretatie waarborgt. Kortsluitingen in de communicatie, storingen in de produktie van de vertrouwde betekenissen fascineren hem. De meeste figuren van Abish hebben geen herinneringen, en hun toekomst beperkt zich ertoe het onvoorziene te vermijden door alleen nog herhalingen van het bekende en het vertrouwde te dulden. Maar Abish toont zijn lezers dat het vertrouwde (the familiar) in de eerste plaats een constructie is, gebouwd met vertrouwde, herkenbare tekens; hij onderzoekt hoe we deze geruststellende realiteitsillusie opbouwen, hoe we de wereld rondom ons leefbaar maken, hoe we vaak alleen maar die ervaringen toelaten die vertrouwde waarnemingsmodellen (televisiebeelden, foto's, advertenties, plattegronden, schoolboeken) herhalen - de reproduktie van het vertrouwde geeft ons de indruk dat wat we meemaken werkelijk is en authentiek.
De toon van Abish' teksten is doorgaans analytisch, afstandelijk, neutraal en koel. Hij beschrijft graag: foto's, snelwegen, lichaamshoudingen, steden, plattegronden, interieurs vooral. In de klassieke literatuur is het interieur een vertrouwde metafoor voor de innerlijkheid van personages die zich bedreigd voelen door de onpersoonlijke buitenwereld. De anonieme, witte flats van Abish zijn verwisselbaar als hotelkamers, er is geen geheim en geen intimiteit