Yang. Jaargang 26

[p. 127]

Personalia

Gerrit-Jan Berendse

(1959): Studeerde Duitse taal- en letterkunde in Utrecht en Frankfurt am Main. In 1990 gepromoveerd op de poëzie in de DDR in de jaren zestig en zeventig. Momenteel werkzaam als toegevoegd docent aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, als vertaler van Duitstalige poëzie en als free-lance journalist. Medewerker van het Kritische Lexikon zur deutschsprachigen Gegenwartsliteratur. Publikaties: Die ‘Sächsische Dichterschule’. Lyrik in der DDR der sechziger und siebziger Jahre (1990) en artikelen in o.a. De Gids, Yang, Jahrbuch zur Literatur in der DDR, KLG, Zeitschrift für Germanistik en Studies in GDR Culture and Society.

Graa Boomsma

(1953): Schrijver en essayist. Publiceerde een roman (De idioot van de geschiedenis, 1986) en een novellenbundel (Tirannieke tijden). Over Amerikaanse literatuur bundelde hij essays in Vrijheid in de steigers (1986), over de Nederlandse en Vlaamse literatuur verzamelde hij stukken in Een lek in het zwijgen (1989). In voorbereiding: Het hoedelint van de duivel (roman). Medewerker van De Groene en De Gids.

Alejo Carpentier

(1904-1980): Cubaans schrijver van o.a. romans en essays. Zie ook Yang 142-143.

Paul Claes

(1943): Doctor Germaanse filologie, doceert aan de Katholieke Vlaamse Hogeschool te Antwerpen en aan de provinciale Hogeschool voor Vertalers en Tolken te Gent. Essayist en vertaler. Werkt momenteel met Mon Nys aan een nieuwe vertaling van Joyces Ulysses.

Patricia De Groot

(1964): Studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de universiteit van Amsterdam. Organiseert lezingen bij de stichting Perdu te Amsterdam.

Eric de Kuyper

(1942): Adjunct-directeur Nederlands Filmmuseum. Filmmaker en schrijver, o.m. van De Hoed van tante Jeannot (bekroond met de NCR-prijs), Mowgli's tranen en Een tafel voor één.

Rita De Maeseneer

(1959): Studeerde Romaanse filologie aan de R.U. Gent. Werkt als docent Spaans aan de Provinciale Hogeschool voor Vertalers en Tolken te Gent. Bereidt een proefschrift voor over A. Carpentier.

Jacques Deryckere

(1940): Leraar klassieke talen. Vertaalde samen met R. Bernet, La voix et le phénomène van J. Derrida (Ambo, 1989).

Arjen Duinker

(1956): Dichter en plastisch kunstenaar. Publiceerde in 1988 Rode oever en in 1990 Losse gedichten bij Meulenhoff.

Stefan Hertmans

(1951): Dichter, essayist en prozaschrijver. Meest recente publikatie: Het Narrenschip (Poëziecentrum, 1990). Voorjaar 1991 verschijnt bij Meulenhoff de bundel Verwensingen.

Erwin Jans

(1963): Studeerde Germaanse filologie en theaterwetenschappen te Leuven. Is op dit moment verbonden aan dat departement. Redacteur van het theatertijdschrift Etcetera. Recensent Duitse literatuur voor De Morgen en medewerker aan o.a. Dietsche Warande en Belfort en Yang.

[p. 128]

Atte Jongstra

(1956): Schrijver. Publiceerde De psychologie van de zwavel (1989). Werkt aan een nieuwe roman Groente die in 1991 zal verschijnen.

Pascal Lefèvre

(1963): Licenciaat in de Communicatiewetenschappen (K.U. Leuven) en graduaat American Studies (K.U.L.). Losse medewerker BRT. Deed onderzoek voor het Belgisch Centrum van het Beeldverhaal. Verzorgt voor Open Ogen cursussen omtrent het stripmedium. Publiceerde in binnen- en buitenland (o.a. Cinéma et bande dessinée, Little Nemo au pays de Winsor McCay,...)

Geert Lemout

(1954): Studeerde in Antwerpen, Dublin, Toronto. Doceerde in Antwerpen, Brussel, Amsterdam, Athens (Georgia). Recensies in De Morgen, Knack, Nieuw Wereldtijdschrift. Publiceert over algemene en vergelijkende literatuurwetenschap. Meest recent: Finnigans Wake. Fifty Years (Amsterdam: Rodopi, 1990); The Crows Behind the Plough: Violence and History in Anglo-Irish literature (Amsterdam: Rodopi, 1990); The French Joyce (Ann Arbor: University of Michigan Press, 1990).

Lut Missinne

(1960): Studeerde te Leuven en Utrecht. Als assistente verbonden aan de K.U. Leuven. Werkt aan een proefschrift over prozaopvattingen in de Vlaamse literatuur van het interbellum. Medewerkster aan o.a. Dietsche Warande en Belfort en Yang.

Ton Naaijkens

(1953): Werkt aan het instituut voor Vertaalwetenschap van de Universiteit van Amsterdam. Recente publikaties: Robert Musil, Verbintenissen (vertaling, Meulenhoff 1990), Paul Celan, De niemandsroos (vertaling, Picaron Editions 1991), Meridianen. Bij Paul Celan en De niemandsroos (jaarboek, samengesteld met Rik Gadella en Paul Sars, Picaron Editions 1991).

Jan Roelans

(1961): Aspirant navorser aan het N.F.W.O. (K.U. Leuven). Werkt aan een proefschrift over Paul Celan. Publikaties onder meer in: H. Servotte, L. Verbeeck, D. De Schutter (red.), In het licht van de letter (1988) en in: L. Lamberechts & J. Nowé (red.), Bild-Sprache (1990).

Rob Schouten

(1954): Dichter, prozaïst en criticus. Publiceerde in 1990 de verhalenbundel Gestolen goed bij De Arbeiderspers. Redacteur van het dagblad Trouw en van de tijdschriften Maatstaf en Vestdijkkroniek. Poëzierecensent bij Vrij Nederland.

Erik Spinoy

(1960): Studeerde te Leuven en Wenen. Als assistent verbonden aan de K.U. Leuven. Werkt aan een proefschrift over Paul van Ostaijen. Zijn tweede dichtbundel, Susette, verscheen in 1990 bij De Arbeiderspers.

Peter Sterivaen

(1953): Studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde te 's-Gravenhage. Publiceerde o.a. over Percy Bysshe Shelley, Gustave Flaubert en Eduard von Hartmann. Woonde gedurende enige tijd in Noorwegen en werkt momenteel aan een studie over Sigrid Undset.

Hans Vandevoorde

(1960): Studeerde Germaanse filologie aan de R.U. Gent. Redacteur van Yang (1986-1991) en recensent poëzie voor het weekblad Knack.

[p. 130]

Reclamefolders uit 1988 (Yang) en 1989 (DWB).

[p. 131]