Rita De Maeseneer
(1959): Studeerde Romaanse filologie aan de R.U. Gent. Werkt als docent Spaans aan de Provinciale Hogeschool voor Vertalers en Tolken te Gent. Bereidt een doctorale scriptie voor over Consacracíon de la primavera van Alejo Carpentier.
Frans Denissen
(1947): Doceert Italiaans aan de Katholieke Vlaamse Hogeschool te Antwerpen. Vertaalde uit het Italiaans o.a. gedichten van Pavese en Montale. Publiceerde in '87 de roman De belijdenissen van J.B. Hemelryckx.
Johan De Vos
(1956): Studeerde Germaanse filologie aan de R.U. Gent. Docent literatuur aan het Sint-Lucasinstituut te Gent.
Stefan Hertmans
(1951): Dichter, prozaschrijver en essayist. Meest recente publikaties Bezoekingen (gedichten, 1988), De grenzen van woestijnen (verhalen, 1988) en Sneeuwdoosjes (essays, 1989).
Luc Loonbeek
(1961): Studeerde Romaanse filologie aan de K.U. Leuven. Docent Frans aan de Vlaamse Economische Hogeschool te Brussel. Werkt aan een proefschrift over Guy Vaes. Publiceerde in Yang 133 en 136.
Federico García Lorca
(1898-1936): Studeerde verplicht rechten. Omdat zijn ouders hem de studie van muziek verboden, week hij uit naar de literatuur, m.b. de poëzie en het theater. Hij werd door het leger van Franco gefusilleerd. Zie het essay van Hugues Catharin voor gegevens over zijn werk.
De Sonetos de amor, ook bekend als Sonetos del amor oscuro, zijn de gedichten waaraan Lorca werkte tot de laatste dagen van zijn dood. Dit zonder evenwel het voorziene boek volledig af te kunnen werken. Afgezien van twee teksten die reeds in 1941 werden gepubliceerd, werden deze sonnetten pas in 1980 voor het eerst uitgegeven, en zijn ze alle afkomstig uit de nalatenschap van de dichter, als een laatste, bruusk afgebroken, schittering van zijn meesterschap.
Eugenio Montale
(1896-1981): Italiaans dichter, bekroond met de Nobelprijs 1975. In het Nederlands verschenen van hem De vlinder van Dinard (verhalen, 1977) en een uitvoerige keuze uit zijn dichtwerk: De roos in de kermistent (1984). In deze bloemlezing vindt men een essay plus biografische notitie over de dichter en bovendien eigen commentaar van Montale op zijn dichten.
Jan H. Mysjkin
(1955): zie Yang 141.
Ton Naaijkens
(1953): Doceert aan het Instituut voor Vertaalwetenschap te Amsterdam. Publiceert over Duitse literatuur in o.a. De Gids, Raster en Yang. Vertaalde o.m. werk van R. Musil. Maakte een proefschrift over de Pluralisierung des lyrischen Subjekts bij P. Celan, R.D. Brinkman, N. Born, P. Rühmkorf en E. Meister.
Mon Nys
(1949): Studeerde Germaanse filologie aan de K.U. Leuven en werkt als leraar. Publiceerde o.a. vertalingen van Ezra Pound (Mauberley en andere gedichten en Pisaanse canto's, in samenwerking met Paul Claes) en bewerkingen van oude Ierse gedichten (Inis Fáil).
Pierre Reverdy
(1889-1960): Geboren in Narbonne, in het Zuiden van Frankrijk, leeft en werkt hij vanaf 1910 in Parijs aan de zijde van kubistische schilders als Picasso, Graque, Gris. Als hoofdredacteur van Nord Sud is hij een bindende factor onder de surrealisten (Bre-