Jan H. Mysjkin
Personalia
[Foto: Jan H. Mysjkin]
Jan H. Mysjkin werd in 1955 geboren te Vilvoorde vlak bij Brussel.
Van 1973 tot 1977 studeerde hij filmrealisatie aan het RHITCS te Brussel waar hij Ivo Michiels leerde kennen die zijn eerste gedichten publiceerde in het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Van 1977 tot 1981 hing hij als student in de wijsbegeerte rond aan de Rijksuniversiteit te Gent waar hij vooral de colleges van Leo Apostel ter harte nam. Aan dezelfde universiteit volgde hij in 1987-1988 ten slotte nog Algemene Literatuurwetenschap bij Raymond Vervliet en Anne Marie Musschoot.
Vanaf 1 februari 1983 was hij 6 jaar lang niet-uitkeringsgerechtigd werkloos, afhankelijk van een bestaansminimum. Sinds 1989 werkt hij als ‘ongeschoold’ arbeider in een wolkammerij.
In 1985 verscheen zijn poëziedebuut Vormbeeldige gedichten (met een nawoord van Ivo Michiels, Uitg. Grijm, Schellebelle); het gaat om het eerste deel van een tetralogie waarvan de overige delen op uitgave wachten. Naast de vertalingen van André du Bouchet, Denis Roche, Jacques Roubaud, Paul Louis Rossi, Henri Deluy en Franck Venaille die elders in dit nummer worden vermeld, noem ik verder als belangrijkste publikaties: Vroege gedichten (Uitg. In de Knipscheer, Haarlem, 1982), Gedichten voor het spel van de stilte (Uitg. Frans Masereelfonds, Gent, 1983) en Gedichten (Poetry International, Rotterdam, 1986) van de Amerikaan Jerome Rothenberg, alle vertaald in samenwerking met Annemarie Nagel; Zaoem van de Russische futurist Velimir Chlebnikov (in samenwerking met