Yang. Jaargang 16(1980)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Luuk Gruwez (Kortrijk, 1953) De feestelijke verliezer ‘Ein jeder Engel ist schrecklich’ R.M. Rilke ik had het fijnste gaas van het verlangen lief zoals een zachte bries het lichaam van de baadster en waar ik mij begaf, omgaf er mij een waas van angstaanjagend aangenaam verwelken. en een seizoen lang werd het avond. en toen - het hart hoog op de wind getild - verlangen aan begeerte zich bezeerde, hoe lief had ik dan niet dat feestelijk verlies alsof een hartstocht mij verloren blies, al werd alleen met mondjesmaat geproefd de milde monstrans van één enkele mond. en elke avond werd het herfst. en telkens als de sierlijkste der herfsten mij aan de rand der wind een onderkomen bood en ik in eigen beven soms te wonen waande, vermoedde ik in vreemd en beeldschoon ruisen een huis om eeuwig dakloos in te zijn. [pagina 80] [p. 80] La decadence mise en pratique wanneer dat stille maar trefzekere verval der eerste kreukjes zich aan jou vergrijpt, zoals de lichte rilling in een meisjesdij voor 't eerst door jongensvingers aangericht, maar thans met volmacht van de handgemene dood, zal ik terzijde kijken dan? en schaars gestamel wijden aan het veel te wisselvallig weer, of haastig tasten naar een willekeurig boek dat op een lang gelezen bladzij openviel? of zal ik nog jouw doffe wangen strelen, ofschoon ik tussen spiegel en divan de jonge, uitgelezen meisjes kan vermoeden - het lenig lijfje wijsjes zingend van gehunker - terwijl op alle uren en in alle bedden ik enkel nog de nachtelijke treinen hoor en jouw verrekte, vreselijk moeizaam ademhalen? [pagina 81] [p. 81] Faillietje zelfs met mezelf heb ik niets gemeen wanneer de nacht me dichtvouwt als een bed en zeer voorbarig aan mijn slaap ontwaakt, gehavend als een slapeloze slet. mijn droom is donker en ik word gedroomd, besta slechts op de wijze van wat adem die ruisend, amper nog door stem bewoond, zich door het hele luchtruim voelt verraden. vereerde lief, hierbij deel ik u mede dat wie mij liefheeft alles te verliezen heeft behalve dan de talloosheid van het verleden en 't beetje tedere dat aan mijn handpalm kleeft. Vorige Volgende