Yang. Jaargang 16(1980)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] [Gedichten] Misschien Misschien was er toen al sprake van de wijze waarop gij uw ogen sloot en ontwaakte als een reliëfkaart: een brailleschrift vol tederheid. Ook nu nog leer ik van uw blindenschrift dat ik af en toe doorblader en waarin ik de namen van bijna vergeten straten herken. Zo stel ik opnieuw en blindelings de stad samen, met haar bioskopen en haltes op verzoek en kom allengs te na, uw lichaam, waarin ik mijn grootsteedse koorts te vondeling leg. En breekbaar raak ik onder uw tastzin bedolven. Ik hoor de stad in u ademhalen. Ik beleef mijn kaarsrechte wederdoop. [pagina 91] [p. 91] De poezie (Bij een brief van Dylan Thomas aan Charles Fischer) Zij zal zich oprichten: een dier zo donker van eeuwenoude ellende dat je er stil en bezeten bij wordt. Een vers, waarin de beelden elkander te lijf gaan om zich in een hogere eenheid te verenigen, onder het fallisch penseel van een verbale kopulatie, een ritmische ontvoogding. De inkt bevlekt het linoleum. De dichter werkt zich een aap, de manuskripten raken onder bier en boter bedolven. Maar de poëzie, zij zal zich oprichten, de teer en het beton van de taal doorbrekend, donker en onnavolgbaar ontsluierend het dierlijke gelaat van de droefheid. Tonko Brem Vorige Volgende