Yang. Jaargang 16(1980)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] De berlines van mijn dromen I Justine of de glimlach van een poster. Zij tilt een been een zijig been. Waar moet dat heen waar mondt dit uit Justines been. Steen en been. Hamer en beitel. Aambeeld. Aartsvader. Lautrec en Freud knarsend mosselen etend. Justine of de glimlach van een poster. Dat gerechtigheid geschiede! II C.C.S. Crone ontwaakt (uit een zoveelste angstige droom) Het ketsen van een ouderwetse buks bij valavond en in de glooiing tussen dag en nacht struikelt stervend een dier. Duisternis beklimt het licht ik verwelkom mijn schaduw mijn lotgenoot. Gevangen in de lichtkegel van volle maan hapert een droom, valt stil, suist daarna met de loslippigheid van een klappende ballon zijn eigen betekenis voorbij. Een dwaze knal En hij is wakker, weer pijnlijk wakker, en aan de zuigende matheid van het raam kleeft de zichtbaarheid van regen. Van regen en het geluid dat regen zichzelf berokkent. Het luik naar november is opengeklapt en zijn gespalkte ogen pogen draagwijdte daarvan te omschrijven: van regen, en dat er doden te herdenken vallen, veel doden in de trieste maand van november. Joris Denoo Vorige Volgende