hem een langzame verschrikkelijke dodengang betekend hebben - toch komt de slag zeer hard aan.
Hij blijft staan, ten prooi aan twee tegengestelde vlug wisselende gevoelsstromen: haat voor de triomferende beulen - ze lopen te lachen en van hop, hop, hop te roepen -, smart voor het onherroepelijk verlies. Beide worden na een tijdje vervangen door de doffe gelatenheid, die hij zich tijdens de vele weken in het ziekenhuis, na zijn verwonding, geleidelijk aan heeft eigen gemaakt.
Dan gaat hij door, zonder nog enige rekening te houden met zijn omgeving - tot aan de afsluiting.
Alex wil weg.
Hij klampt Nadine aan.
- Ga je mee, zegt hij, onder sterke emotionele druk, als je zoiets beleefd hebt wil je leven.
- Ik zou dan maar bij de hoeren gaan, antwoordt Nadine met iets van haar oude slagvaardigheid.
Alex bekijkt niemand meer en stapt naar buiten.
De anderen blijven nog wat rondhangen.
Alex werpt een vlugge blik in het bureau. Hij is niet bepaald een vleier van de bazen, maar hij vindt dat in zo'n omstandigheden de Ouwe wel een steuntje kan verdragen. Hopeloze zaak, merkt hij.
- Die laten we best met rust, zegt hij. Ik verdwijn ook. Wie weet hoelang we erover doen om thuis te geraken.
- Ik ga mee, zegt Nadine, maar ze geraakt moeilijk weg, ze treuzelt in de hal.
- Ik zou je niet aanraden zo'n lijk te gaan bekijken, zegt Bob droog.
Nadine knikt, dan richt ze zich tot de inspecteur.
- Jij hoort in een bed thuis, zegt ze.
- Ik blijf hier om het laatste verkeer te regelen, zegt hij, met een mislukte glimlach op de lippen. Dan rijd ik mee naar het AZ.
De inspecteur vergezelt Bob en Nadine tot buiten. Hij herkent vrijwel onmiddellijk vader Den Hul.
- Nog een slachtoffer, zegt hij, de vader van Den Hul.
Hij loodst de zwijgende man voorbij de versperring.
- Ik ben Nadine, zegt de jonge vrouw. Lucky heeft waarschijnlijk wel over mij gesproken.
Geen woorden meer, een handdruk nog.
Een man en een jongen verlaten de school langs een zijdeur.
Maes is zijn belofte aan Louis glad vergeten. In het bureau gaat vader Den Hul de plaats naast het lijk van zijn zoon in beslag nemen.