| |
| |
| |
VI
Een week lang kende ik rust en vrede. Mijn klas bloeide, de leerlingen werkten flink. Emulatie is niet uit te schakelen. Jan Maes en Marie-Rose beloerden mekaar als zesdagenrenners. Na elke toets werden onmiddellijk de cijfers vergeleken. De klas leefde intens de strijd tussen die twee mee. Dient het gezegd dat Jan de jongens op zijn hand had en Marie-Rose de meisjes? Gelukkig werd het geen verbitterde wedijver. Vooral Jan legde zich sportief bij zijn nederlagen neer, was dan kwaad op zichzelf.
Van tijd tot tijd haalden Nora of Frank Doelman eens de top, de andere leerlingen trachtten gewoon hun hoofd boven water te houden. De staking ging nog door, was ook het voornaamste onderwerp van gesprek aan onze tafel 's middags, waarbij Bob en ik resoluut de kant van de stakers kozen, Alex die van de rijkswacht, de drie dames verdedigden geen duidelijk standpunt.
En de vrouw van Langevaert...
- Ze was weer stomdronken toen ik thuiskwam, zegt Alex. Ze ligt daar dan in een zetel onnozel te lachen. Ik mag zelf mijn potje koken...
- Zuip mee, zegt Bob dan, of smijt haar buiten.
- Ik zou ook drinken als ik met je getrouwd was, zegt het Geraamte.
De rest doet er het zwijgen toe. Ik meen dat Alex speculeerde op het moederinstinct van jonge vrouwen en de rot-getrouwde sukkel speelde om Nadine in bed te krijgen.
Hij bereikte met zijn geschimp alleen maar dat Nadine zich bij mij aansloot.
- Heb je gisteren ook naar die ouwe film op TV gekeken?, vroeg Alex.
| |
| |
De manier waarop hij die schijnbaar onschuldige vraag stelde wekte de belangstelling van het Geraamte.
- Welke film? vroeg ze.
- Le rosier de madame Augier.
Alex grinnikte.
- Weet je aan wie ik onmiddellijk gedacht heb?
Ik had de film niet gezien, maar ik kende het verhaal van Maupassant en was op mijn hoede.
Het Geraamte speelde het spelletje mee.
- Aan wie? vroeg ze vlug.
- Aan de brave, zedige jongen van bij ons op school natuurlijk. Zou hij niet in aanmerking komen voor de maagdprijs? Ik reageerde niet, maar liet elk van zijn woorden in haat veranderen.
- Nee, zei Nadine plots.
Langevaerts lichaam schokte naar voren, het Geraamte liet haar blik van mij naar Nadine flitsen, en terug; haar gezicht bleef zonder uitdrukking.
- Prettig bordeel hier, zei Langevaert.
Het Geraamte stond op en stapte kaarsrecht naar haar klas. Alex volgde bijna onmiddellijk haar voorbeeld. Ik bleef alleen achter met Nadine.
- Dank je, zei ik.
- Het deed me plezier je voor een keer te kunnen helpen, zei ze. Ik begin schoon genoeg te krijgen van zijn dronkenvrouw histories. Ten slotte ben ik ook een vrouw en ik kan me gemakkelijk voorstellen hoe die sloor zich voelt als hij thuis is zoals hier. Ja, ja, hij kan heel charmant zijn, en ik heb me daar eerst wel laten door misleiden. En ik wil ook wel eens iemand op stang jagen, maar je moet daarin niet te ver gaan.
Ze scheen ernstig, helemaal niet het lacheding van anders. Ik voelde me vreemd geroerd, er was een appetijtelijk stukje van haar hals zichtbaar en ik voelde mijn handen jeuken om er langs te strijken. Ik legde me in haar geest aan haar voeten neer.
Ze bemerkte mijn hondse blik en een glimlach verscheen om haar lippen.
- Zou je willen dat het gebeurd was? vroeg ze met iets van de oude schalksheid in haar stem.
Ik zuchtte.
- Ga je zondag uit? vroeg, ik, schuchter.
- Bioskoop, denk ik, antwoordde ze.
- Mag ik je uitnodigen?
Ze hield mijn blik iets langer dan volgens de psychologen so- | |
| |
ciaal aanvaardbaar is.
- Graag, zei ze.
Ze streek een opstandige haarlok achter haar oor en stond recht.
- Ik moet nog wat werken, zei ze.
Moest ik ook.
Alleen in mijn klas realiseerde ik mij met enige schrik dat ik goed op weg was ernstig verliefd te worden op Nadine. En ik maakte me geen illusies, ik had dat niet meer gedaan sedert ik op veertienjarige leeftijd mijn laatste kindlief was kwijtgeraakt. Erg diep gingen mijn romantische gevoelens ook niet, en ik had nooit last gehad om een of andere schone, die mijn schuchtere toenaderingspogingen afwees, uit mijn dromen te bannen. Maar met Nadine kon het anders worden, we waren verplicht tot geregeld sociaal kontakt, gefrustreerde erotische gevoelens konden in zo'n omstandigheden je leven tot een hel maken. Ik besloot voorzichtig te zijn, vroeg me tóch af waarom Nadine voor mij in de bres gesprongen was. De reden die ze opgaf kon kloppen, maar het was ook mogelijk dat ze mij als vijfde wiel aan haar kar bond, ze was iets ouder dan ik en je weet nooit wanneer vrouwen nu eigenlijk menen dat het voor hen hoog tijd is om in de boot te stappen.
Ik trachtte me haar gezicht voor de geest te brengen. Ik heb een slecht visueel geheugen en ik slaagde er niet in. Ik kwam tot de conclusie dat ik de persoonlijkheid van Nadine maar heel globaal op mij had laten inwerken. Ze was voor mij het type geweest van de begerenswaardige jonge vrouw. Ik besloot haar nauwgezetter te observeren.
Nadine ontweek mij de rest van de week niet, maar het viel zo uit dat ik haar geen enkele keer voor mij alleen had. Ik genoot dan maar in stilte van haar aanwezigheid. Haar haar bleek echt zwart, niet geverfd, want hier en daar kronkelde er zich een zilveren draad door de zwarte massa. Ze had een virtuoze manier ontwikkeld om haar voorhoofd of slaap vrij te maken, met één schok-zwaai kreeg ze het voor mekaar.
En haar ogen waren echt blauw, van dat blauw met mini-lovertjes, waarin de zon weerkaatst.
Haar stem viel minder mee, zeer wisselend, soms laag, soms onaangenaam hoog en dikwijls overslaand. Maar wat ze zei vergoedde veel, ze kwam dikwijls spiritueel uit de hoek en ze sprak bijna altijd menselijk.
Ze was meestal losjes gekleed, droeg hoge laarzen, een brede bij elke beweging meezwaaiende rok en een wijde bloes en pakte dikwijls met gewaagde kleurencombinaties uit, die bij haar veelvuldig wisselende gelaatsuitdrukking en bij haar labiele
| |
| |
emotionele structuur toch ergens pasten.
Aandachtig lesgeven deed de tijd vliegen. Het ging goed, de leerlingen waren tevreden over mij en omgekeerd. Dat is het voornaamste dat ik van mijn job verlang, een gemakkelijke omgang met de kinderen, het werk komt dan wel vanzelf.
Norma scheen weer vrij goed in de groep geïntegreerd. Baas Rosette hield zich nog enigszins op afstand, maar ze reageerde niet als de leden van haar clan Norma gewoon als een menselijk wezen bejegenden. Magda probeerde nog met Norma een kern te vormen, die eventueel tot een splitgroep kon uitgroeien, maar het geschokte meisje was veel te blij zich weer ingekapseld te voelen om op die uitnodiging in te gaan. Magda hield zich dan maar eenzaam, doch verheven op de achtergrond. De eerste serie klaswerken was bijna voorbij. Marie-Rose en Jan Maes vochten een felle strijd uit. Jan zou het niet halen, omdat hij zich nooit honderd percent inzette; voetballen was in zijn ogen minstens even belangrijk als leren en daarin kon ons model zeker niet mee, dus...
Ik sloot de week af met een van de beste verteluurtjes uit mijn loopbaan en herinnerde Nadine aan onze afspraak.
- Is er ergens een goede film? vroeg ik. Ik wou de keuze aan haar laten.
- Ja, in de Capitole. Kan je er zijn om acht uur? Ik moet me haasten, ik kan mee met Bob, daag.
Ze rende naar buiten, ik ging naast de lange rij staan.
Ik vroeg Binkels mijn fiets te nemen. Hij sprong er natuurlijk onmiddellijk op en koerste tot aan het einde van de straat. Daar bleef hij rondjes rijden tot we hem bereikten.
- Dag, meneer, tot maandag.
Als je last hebt met de leerlingen is dat gewoonlijk je eigen schuld. Kinderen zijn zo'n beetje als honden, ze koesteren zich gaarne in de genegenheid van hun meester, maar je mag ze nooit de indruk geven dat zij de baas zijn.
Net toen ik wegreed, moe maar tevreden, kwamen een aantal zwarte wagens van de rijkswacht met Friese ruiters beladen om de hoek. Ze slalomden straat in, straat uit, als bezetters in een pas veroverde stad. Ze kwamen me nog twee keer voorbij voor ik het weggetje langs de dokken bereikte, dat me in staat stelde een paar honderd meter weg uit te sparen.
Een groepje dokwerkers stond rond een dronken alweter, die de situatie op zijn manier analiseerde.
Frank en Norma Doelman haastten zich voorbij het groepje. De dronkelap onderbrak zijn betoog, loerde wellustig naar Norma.
- Ja, zeg, die kleine zoe uuk al de moeite weerd zijn, vinde-t-nie?
| |
| |
- Kijk, da d'es eure miester, zei een van de anderen, het schijnt...
De rest verstond ik niet.
Weetal was blijkbaar al zijn eigen uitlating vergeten.
- Smeerlap, riep hij, moest-et mijn dochter zijn 'k sloeg u de kop in.
Het geroep overviel mij als een donderslag bij heldere hemel. Ik trok mijn hoofd in om mijn gloeiende kaken te verbergen en snelde voorbij.
Ik was te veel met mijn persoonlijke miserie begaan om mij om die van de kinderen te bekommeren. Enkel op het einde van het weggetje dierf ik omkijken. Norma liep te schreien, Frank wierp een steen naar het groepje.
Uit de zevende hemel was ik in een paardevijg gevallen.
Een hondje kwam woest blaffend naast mij lopen. Ik diende al mijn zelfbeheersing te mobiliseren om mij te beletten het beestje met een fikse trap tegen de muur te keilen. Vaag besefte ik dat ik hetzelfde spelletje wou spelen als de dokwerkers... als je zenuwen onder hoogspanning staan heb je soms een zondebok nodig om je af te reageren.
Onrustig en teneergeslagen reed ik verder. Het duurde een hele tijd voor ik er weer in slaagde aan Nadine te denken.
Wat zouden we doen na de voorstelling? Recht naar huis waarschijnlijk. Misschien kon ik haar wat zoentjes afsnoepen. Het weekeinde duurde een eeuwigheid.
Op mijn paasbest trok ik naar de afspraak.
Ik was natuurlijk stukken te vroeg. Ik keek eerst eens naar de foto's in de hal. Beelden uit een instelling voor geestesgestoorden: de film ging over het leven van een schizofrene dichter... kale kamers, vermoeide dokters, verwrongen gezichten van patiënten. Niet bepaald een genre dat me aantrok. Ik word te sterk geroerd door dergelijke films, en ik schuw overdreven emoties als de pest. Ik heb eens de gedachte uitgesproken dat je een ideale levenshouding zoudt bereiken als je de onbetrokkenheid van de schizofreen tegenover de wereld kon verwerven zonder schizo te worden. Maar wie weet wat er omgaat in het binnenste van een krankzinnige?
Ik stak de straat over en wandelde wat over en weer onder de bomen. Ik speel gaarne mee met de wind als die zich met dode blaren aan het amuseren is.
Ik was wel nerveus, maar het was vijf over acht voor ik me ongerust begon te maken.
Zou ze me voor het lapje houden? Lag ze ergens met Alex in bed? Was ze de afspraak vergeten?
Tien minuten over tijd. De wind joeg spottend een blad in mijn
| |
| |
gezicht.
Ik wist niet vanwaar ze zou opduiken, keek gejaagd in alle richtingen. Plots zag ik haar op de vluchtheuvel staan wachten voor het rode licht. Ik wilde haar tegemoet gaan, maar toen ik zag hoe ze zich traagjes naar de bioskoop begaf, keerde ik terug naar de hal. Ik dreef het niet zover te doen alsof ik de foto's bestudeerde, maar ging wat opzij staan. Ze keek rond, zag me, schonk me een glimlach.
Die glimlach streepte een half uur wachten door.
Ze droeg een spannende zwart-fluwelen broek, een kort grijs pelsjasje, een rood-zijden sjaaltje. Op haar hoge schoenen was ze bijna zo groot als ik.
- Dag, Nadine.
- Hallo, Ixie, ik heb me niet overdreven gehaast... de laatste vertoning begint pas twintig over. Heb je erg lang gewacht?
- Niet overdreven, zei ik.
Ik wilde de kaartjes kopen.
- Nee, zei ze, ik betaal het mijne.
- Ik heb je toch uitgenodigd, protesteerde ik.
- Weet ik wel, zei ze, maar zo zijn jonge vrouwen nu eenmaal tegenwoordig. Geen last, geen verplichtingen.
De hoofdfilm was gedaan, een zwerm toeschouwers verliet de zaal. Een paar vrouwen droogden hun tranen af. Dat beloofde. Reklame, journaal; interesseert me niet erg. Ik legde mijn arm op de zetelrand om iets van lichamelijk kontakt te bereiken. Nadine hield haar handen in haar schoot, haar voeten over mekaar geslagen.
Weer reklame.
- Kom je naar het feestje op school, morgen? vroeg ik.
- Misschien. Mijn leerlingen hebben er niets in te doen.
- Ik zal allicht verplicht zijn in te vallen voor de turnleraar. Het zijn mijn leerlingen die de sprongen over de plint uitvoeren.
- Vervelende dingen, die feestjes.
- Meestal wel, gelukkig zijn er niet zoveel meer als vroeger. Stilte.
Ik zoek naar een ander onderwerp, vind er geen. Nadine neemt haar programma uit haar tasje, begint te lezen. Ik bekijk stiekum haar gezicht: ze heeft een onregelmatig klompneusje, dunne wenkbrauwen, een spits kinnetje.
Ik stoot haar aan.
- IJsje?
- Graag.
Deze keer laat ze me betalen.
De film begint. Wat ik gevreesd heb, gebeurt, ik identificeer
| |
| |
mij vrijwel onmiddellijk met het hoofdpersonage. Ik doe al het mogelijke om er zo rustig mogelijk bij te blijven, kijk bij alle sterk emotionele scènes van het doek weg, probeer me te concentreren op de nabijheid van Nadine; ik word toch meegesleept. Ik kijk naar Nadine: ze zit er sterk geconcentreerd, maar niet erg bewogen, bij. Als de dichter op het einde op een messiaanse manier ons tranendal verlaat moet ik op mijn tong bijten om niet te schreien.
Uit. Ik help haar in haar jasje, strijk even langs haar mouw. De wind is nog feller geworden.
- Wat doen we nu?
- Tijd om naar huis te gaan, zei Nadine, het is morgen vroeg dag.
- Woon je ver?
- Nee, dicht bij het Sint-Pietersplein.
We wandelden langzaam de Lamstraat op. Nadine bleef een paar keer staan voor een boetiekje. Ik wees op een avondkleed met lovertjes en kant.
- Zou je goed staan, zei ik, past wonderwel bij je ogen, er zitten ook lovertjes in.
Ze lachte eens.
- Voel je je dichterlijk? vroeg ze. Nee, jong, wij hebben thuis een winkel van kinderkleren en ik ben als kind altijd zo'n beetje als een wandelende reklamepop gekleed. Die tijd is gelukkig voorbij, geef mij maar iets losjes, of iets dat gemakkelijk zit, zoals die dingen.
Ze kletste eens op haar dij.
- Last met je ouwetjes? vroeg ik.
- Helemaal niet, maar ik denk er wel over om alleen te gaan wonen. Ik zou het al gedaan hebben... maar pa heeft een hartinfarct gehad... Ze laten me anders wel vrij, hoor, al heeft het gebruik van die vrijheid me nog niet zoveel geluk gebracht.
Ze keek me van achter haar haren taxerend aan en schoof dan - voor een keer voorzichtig - haar hoofdtooi naar achteren.
- Ik ben twee keer goed op weg naar het stadhuis geweest, zei ze, met enige bitterheid in de stem. De eerste keer bleek het dat mijn verloofde meer van zijn vriendje hield dan van mij. En de tweede keer ging ik mijn soldaat-in-Duitsland op het verkeerde moment verrassen. Hij zat in bed met een lelijke Duitse blonde.
- Derde keer goede keer, zei ik.
- Ik weet het nog zo niet. Vooraleer ik me nog eens ernstig engageer zal ik in elk geval eens rondkijken of het allemaal wel echt de moeite waard is.
| |
| |
- Of wát de moeite waard is?
- Trouwen en zo. Je moet eens nagaan hoe het met de huwelijken in je omgeving gesteld is... geregelde ruzies, tijdelijke en blijvende scheidingen. Ik vraag me af of het dan niet beter is zo maar te gaan samenhokken, of zelfs dat nog niet...
Ik zweeg. Ze bekeek me weer met dat schuine kopje.
- Gechoqueerd? vroeg ze.
- In onze tijd? Hemeltje nee, ik heb zelf dikwijls genoeg langs die lijnen gedacht, maar ik vrees dat het niet zo simpel is. Je dient rekening te houden met je eigen karakter en met dat van je toevallige of blijvende partner. Wat als een losse ver houding begint kan voor de een of de ander een dramatische binding worden en dan zit je in een even gevaarlijke situatie als in een traditioneel huwelijk dat rot wordt.
De boekentoren verplichtte ons even in de hoogte te kijken, waar een geblutste halve maan net door de drijvende wolken doorgelaten werd. Geen mens meer te zien, ik ging automatisch iets dichter bij Nadine lopen, maar ik dierf haar arm niet nemen. Ze keek strak voor zich uit, was mij een ogenblik vergeten.
Ik verkeerde nog in de ban van de film, het gesprek raakte me niet, nog niet.
- Zie je, zei Nadine, plots zeer ernstig, ik heb geen lust om kinders te krijgen.
- Kan je nu toch gemakkelijk vermijden.
- Natuurlijk, maar de meeste mannen willen minstens één kind.
- Heb je een bepaalde reden om er geen te willen?
- Ja, ik heb een interim gedaan in de zware B.O. Dat interesseert me. Ik voel dat ik daar mijn werk heb, dat ik dat soort kinders kan helpen. Ik volg nu ook een cursus voor buitengewoon onderwijs... Maar, ik zou niet kunnen verdragen negen maanden met de schrik rond te lopen dat mijn kind ook zo zou uitvallen.
- Heb je daarom die film gekozen?
- Ik denk het wel, dergelijke mensen zou ik ook kunnen helpen.
- Je voelt hun miserie aan, maar je identificeert je er niet mee, zei ik. Met een eigen kind zou dat natuurlijk niet gaan. Ik begrijp je.
Ze liet me toe haar hand te nemen en in een losse, maar troostende greep te houden.
- Nou, zei ze, plots lachend, het is wel een ernstige avond geworden.
| |
| |
- Had je iets anders van mij verwacht? vroeg ik, een beetje bitter.
- Eerlijk gezegd, nee, zei ze.
We sloegen een hoek om.
- Ziedaar mijn bescheiden woning.
Er was maar één winkel in het straatje, voldoende verlicht door de straatlampen om de smaakvolle schikking van de waar in de bescheiden-gemoderniseerde uitstalruimte te laten uitkomen.
- Het etaleren doe ik, zei Nadine.
- Netjes, complimenteerde ik.
- Mag ik mijn hand terughebben? vroeg ze glimlachend.
Ik drukte ze even voor ik ze losliet.
Nadine zocht haar sleutel, deed de deur open, keerde zich terug naar mij en legde haar handen op mijn schouders. Ik plaatste de mijne voorzichtig even boven haar mollige bips.
- Jij zou een nachtzoen willen, zei ze.
Ze keek me een secondje twijfelend aan en drukte dan vluchtig haar lippen op de mijne. Ik wilde haar naar mij toetrekken, maar ze maakte zich vlug los. Ik drong niet aan.
- Tot morgen, zei ze, haar stem sloeg weer over.
- Ik wens je zalige dromen, zuchtte ik.
Ik wandelde te voet naar huis, ten prooi aan tegenstrijdige gevoelens. De naweeën van de film waren weggeëbd, ik herkauwde nu de hele avond met Nadine; ik ging haar houding na in de bioskoop, op weg naar huis... bracht me haar woorden voor de geest. Het bleek duidelijk dat ze mij de hele tijd op de afstand gehouden had die zij wilde bewaren. Ik verweet me dat ik geen pogingen had gedaan om zelf het initiatief te nemen, maar troostte me met de gedachte dat er allicht nog avondjes-uit zouden volgen.
Alles samengenomen vond ik het geen totale mislukking.
Toch sliep ik onrustig, werd vroeg wakker, voelde me niet uitgeslapen maar kon toch niet meer wegdoezelen.
Een lichte nevel natte mijn gezicht bij het naar school rijden, maar alles wees erop dat we een van die heerlijke herfstdagen zouden krijgen waarmee de late oktober zo royaal kan omspringen. Zoals ik vermoed had was de turnleraar nog altijd ziek en de directeur vroeg mij om op het feestje voor hem in te springen.
Ik mocht in de loop van de namiddag met de leerlingen even oefenen.
Nadine gaf me een knipoogje, toen ze binnenliep. maar zei niet veel. De zon had de mist al opgezogen toen we in de klas kwamen. Ik zette een paar ramen open. Nog geen bedrijvigheid in de haven.
| |
| |
Norma was er niet.
- Ze is een beetje ziek, meneer; ze komt misschien vanmiddag, zei Frank.
Rosette fluisterde Anita iets in het oor. Anita grinnikte vals. Cijferen. Ik gaf de leerlingen onmiddellijk een hoop werk op en hield me voortdurend bezig met de individuele verbetering. Het werk verjaagt de tijd...
Om tien uur stond er een lange vent van in de zaal naar de spelende bende te kijken. Toen we naar boven gingen negeerde de Ouwe mij compleet, koude woede vertrok zijn gezicht. Er was iets gebeurd dat hem ernstig uit zijn evenwicht had gebracht. Iets waar ik blijkbaar bij betrokken was.
De les van vormleer eiste gelukkig al mijn aandacht op, maar het laatste uurtje van de morgen ben ik vrij. Nauwelijks was de lerares zedenleer met de leerlingen verdwenen of Zulma stak mijn deur open. Zulma is de oudste, dikste, luidruchtigste van de schoonmaaksters, verknocht aan de school tot en met - ze werkt hier meer dan twintig jaar -, maar ze braakt een taaltje uit...
- Menier Den Ul, meniere vraagt of dade direkt naar zijne buro zoet wille kome.
- Waarvoor? Zulma?
- Ik weet et nie. Hij ee haast een ure mee nen meniere zitte klappe.
Maar nu was de directeur alleen. Hij zat ineengedoken achter zijn schrijftafel, haalde zijn witte pluimen door mekaar en staarde me vanonder zijn borstelige wenkbrauwen aan met een kille haat.
- Meneer Den Hul, het moet gedaan zijn... politie op school... politie op school.
Hij zou willen schreeuwen, maar hij durft niet, hij wil de miserie binnenskamers houden. Zijn stem klinkt onnatuurlijk, schor, overvloeiend van frustratie.
- Er is vandaag een anonieme brief afgeleverd bij de politie. Gelukkig is de commissaris zo vriendelijk geweest een zeer discreet onderzoek in te stellen.
- Een anonieme brief, stotter ik.
Mijn toekomst is een donkere krater, ik sta op de rand, nog een trap en ik duikel in de diepte.
De directeur barst los, hij spuwt al zijn gal over mij uit... ik kan geen les geven... kan de leerlingen niet de baas... laat me te veel door de meisjes helpen... ik heb ook tiranniserende neigingen... geef te veel werk... straf te veel... Geen ogenblik verheft hij zijn stem, maar op het einde van zijn tirade klinkt ze alsof zijn woorden als raspen gewerkt hebben.
| |
| |
- Ik zal je verplaatsing vragen, besluit hij plots.
Ik heb de indruk dat het daarvoor te laat is. Ik stap als een robot naar mijn klas. Het zonnetje schijnt heerlijk, maar niet voor mij. De klas is leeg en koud, ik doe de ramen dicht. Ik zal hier nu vlug weg zijn. Verplaatsing? Misschien, de kans is groter dat ik schandelijk uitgestoten word.
Een anonieme brief? Er is dus duidelijk iemand aan het werk om mijn reputatie te likwideren. Als ik die kon vinden bleef er nog enige hoop, maar ik zat te diep in de put om er iets aan te doen, ik was niet in staat om mijn gedachten te ordenen, ik liep de school uit, ging langs de dokken slenteren, traag, triest, mezelf beklagend. Meer dan een uur drentelde ik door, maar ik moest terug, met oneindige tegenzin naderde ik de school.
Hoe zou Nadine reageren? Ik verdrong de gedachte, concentreerde mij op mijn onmiddellijke plichten. Ik had in de feestzaal nog een en ander in gereedheid te brengen voor het feestje. Langs een zijdeur ging ik naar binnen, begaf me recht naar de zaal. De stoelen stonden er al. Ik bevolkte de zaal met een woedende menigte... die me uitschold... dreigend op mij toestormde. Werken. De plint stond achteraan op het toneel. Ik sleepte het lompe ding naar voren, trok de matten erbij. De lichamelijke inspanning deed me goed. Het weeë gevoel in mijn maag maakte mij erop attent dat ik iets diende te eten.
Ik glipte ongezien door de zaal en verorberde met lange tanden een boterhammetje.
Alle collega's komen voor klastijd altijd samen in de klas van Boncke. Na een korte aarzeling besloot ik dat het geen zin had mij apart te houden.
Ik werd begroet met een plots-invallende stilte. Ze wisten het dus.
- Sterkte, zei Nadine, na een tijdje.
- Vandaag politie, morgen inspectie, ze Alex.
Olio ontweek mijn blik.
Boncke en Bob waren bij de leerlingen buiten.
Stilte.
- De briefschrijver schijnt iemand met fantasie te zijn, zei Alex, uitgeknipte letters...
- Niemand heeft er enig idee van wie het is? vroeg ik, uiterlijk kalm.
Geen antwoord.
- Het moet wel iemand vanuit de buurt zijn, de brief was ongefrankeerd in de bus van het politiekantoor gestopt.
Stilte, verstoord door de bel.
Ik ging niet naar boven, begon onmiddellijk met de repetitie. Ik liet de meisjes in de zaal zitten. Norma was er weer, ze zag
| |
| |
er wat bleekjes uit.
Ik had een briefje gekregen waarop de schema's van de uit te voeren sprongen getekend waren. Mijn helden deden het vrij goed, alleen Assebroek zat er wel eens naast.
Bij elke geslaagde sprong werd er luidruchtig gejuicht, bij elke mislukking even uitbundig gelachen.
Plots werd het stiller; ik keek de zaal in. De directeur stond in de deuropening. Hij bleef er staan tot ik, tevreden over de prestaties van de atleten, de zaal verliet.
- Het zal gaan, meneer, zei hij, het zal gaan. En u hoeft na het optreden niet in de zaal te komen.
Hij ging mee tot aan de klas.
Ik liet de leeringen hard zwoegen en hield mijn gedachten ononderbroken bij hun begeleiding. Ik slaagde erin mijn concentratie tot het einde van het laatste lesuur te bewaren, maar dan knapte ik weer af. Ik bracht de leerlingen naar beneden en keerde onmiddellijk terug naar mijn klas. Ik legde mijn benen op mijn lessenaar, liet mijn stoel achterover balanceren tot tegen de muur en bleef zo roerloos zitten, met gesloten ogen... een half uur? een uur?
Lawaai beneden brak mijn letargische houding.
Er is een periode geweest dat er om de haverklap feestjes op de scholen georganiseerd werden, die tijd was gelukkig voorbij. Eén keer per jaar volgde het schoolcomité toch nog de oude traditie, eigenlijk meer om de ouders eens samen te brengen dan om het feestje zelf.
Om zeven uur waren mijn schaapjes al present, stukken te vroeg want ze dienden pas voor de pauze op te treden.
Ik liet ze vrij ravotten op de speelplaats. Voortdurend klommen ze op en af de poort langswaar de auto's van de technische stadsdienst de school kunnen binnenrijden als er kleine herstellingen uit te voeren zijn. Het benaderen van die poort was onder schooltijd streng verboden, reden te meer voor het vijftal om er geen moment van weg te blijven. Binkels voerde hierbij natuurlijk het hoge woord, maar ook Jan Maes, Labien, Assebroek en Frank Doelman probeerden met hun luide stemmen de leegte van de speelplaats op te vullen.
Toen ik de akkordeonist, begeleid door elektrisch orgel een fikse mars hoorde inzetten, riep ik ze naar boven. In geen tijd staken ze in hun turnpakjes.
Ik leidde ze naar de klas achter de feestzaal, waar ik indertijd met Norma de katoenbakjes gezocht had. In de ruimte ernaast maakten de artiesten zich klaar.
Ik liet de jongens op een bank plaatsnemen.
- Nu niet meer rondlopen, er is hier te veel stof. Je zou op eentweedrie roetzwart zijn.
| |
| |
Applaus. Een minuutje later kwam Olio binnen met een lief boerekoppeltje. Ze knikte afwezig ietwat schichtig in mijn richting. Ik was er al niet meer voor haar. En plots voelde ik met een irrationele zekerheid dat zij de oorzaak van al mijn miserie was. Ik kon er alleen niets aan doen.
De akkordeonist vermoordde de ‘Zwaarddans’.
De conferencier vertelde enkele afgezaagde moppen. Bulderend gelach. Dan was het onze beurt.
- Binkels, Labien. Vlug, de plint op het toneel.
Het gebeurde vlot, bijna zonder lawaai.
Ze stonden gereed. Gordijn open.
Ze stapten flink, Frank vooraan, schuw glimlachend; Binkels sloot de rij, zelfzeker.
De ene na de ander rolde over het tuig. Succes. De kleine Doelman ging er glad over. Uitroepen van bewondering deden hem nog meer risico's nemen. De onhandige Assebroek miste zijn sprong en Binkels kwam bovenop hem terecht. De zaal daverde van de lach. Assebroek bleek compleet de kluts kwijt. Hij deed niets meer goed. Maar het publiek verkeerde in de mening dat we een komisch nummer brachten en brulde het uit. Het einde van ons nummertje werd met een donderend applaus begroet.
- Vlug naar de klas, aankleden, dan kunnen jullie de zaal in. Ik hoefde het geen twee keer te zeggen.
Ik bleef alleen, deed het licht uit, ging weer achter mijn lessenaar zitten. In de verte gloeide de oranje schijn van de havenverlichting.
Ik nam afscheid van de school. Met spijt, want als je de giftige opmerkingen van Alex had leren neutraliseren en Olio wat links liet liggen, vielen de collega's best mee. En er werd gewerkt. Waarschijnlijk als gevolg van de duidelijke volksschoolsfeer trachtte iedereen met iets van de hardnekkigheid van de negentiende-eeuwse schoolmeester het peil van de kinderen zo hoog mogelijk op te voeren.
Ik nam afscheid van klas, in de grond een sympatieke groep..., word je vlug gewaar als je er een paar dagen instaat. Mijn moeilijkheden had ik alleen aan mijzelf te wijten.
Ik nam afscheid van Nadine. Eens van de school weg zou ik over een paar weken voor haar alleen nog een vage herinnering zijn.
Ik nam mijn boeltje en ging naar beneden, bond mijn tas op mijn fiets. Zulma kwam net uit de hal.
- Ga-de al weg, menier? Het was goe, zun, u numerootje. 'k Ei nogal gelache.
- Danke, Zulma, tot morgen.
Ik droop af.
|
|