Yang. Jaargang 13
(1977)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
VLINDEREND. De geboren charmante jongeling met een pointe van onrust, die overvloeit in een lichte blik en een bleek gebaar, Werther gekleed in een dunne peigne.
Waarom noemt hij zich Pierre en niet PETRUS Vlerick? Of is hij alleen alchimist in zijn werk en blijft het overige leven hem klaar absurd zoals de Rivels-Brothers in het laatste programma van het Koninklijk Circus?
Hij rookt het liefst Johnson-cigarettes, of rolt zich de extrasterke Flandria.
De rook laat sporen na? zonder kleur.
Uit Parijs heeft hij een wondere vrouw, Claire, meegebracht en herinneringen met etiketten van het graf van Napoleon, het Louvre-museum en de Fohes-Bergere. Maar voor een schilder zijn de halten van de metro en de vroege morgenzon het belangrijkste. En van nu af aan de blik van Claire.
In een overhit nachtelijk Parijs cafe met de onvermijdelijke negers, rechtover Medrano heb ik Pierre Vlerick met de ogen zien knipperen en het zeewiergroen van zijn Pernod zien laden op de ultrakorte golven van zijn sensiviteit. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Wanneer zal hij, zoals mijn ijdelheid hem al zes keer heeft gevraagd, mijn portret schilderen?
Het is alsof de vlakken en de arabesken een verhinderend traliewerk zijn, dat zich ontplooiend niemand kan insluiten. Ook mij niet.
Hij heeft een schaamteloze harde maitresse, die mevrouw PASTEL heet.
Hij plooit haar open in brede, langoereuze bochten, rekt haar naar zijn zin, streelt haar hele godse dagen en maakt haar tot in de toppen schoon. Misschien enerveert hij haar ook.
Voor mijn gevoel moest hij er haar meer kastijden en een meer barbaarse minnaar zijn.
Maar er zijn vele manieren van minnen.
Hij houdt veel van mechaniek. Een schilderij heeft grenzen nodig, anders barsten haar tere mechanische ingewanden.
Er is geen gevecht. Er is een koppeling vol mysterieuze inslagen en glijderingen, met kreetjes als van een moeder kat.
De engel van het zinneloze vloeit Vlenck's binnenkamer vol en raakt zijn schilderijen slechts aan, dan met de meest verdunde adem.
HUGO CLAUS. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Catalogus
|
|