Wonderlicke avontuer van twee goelieven
(1984)–Anoniem Wonderlicke avontuer van twee goelieven– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
Symbolisch karakterDe cirkelvormige band, waaruit aan de linkerzijde schatten te voorschijn komen, interpreteren we als een hoorn des overvloeds. Dat is een bekend symbool voor rijkdom en vruchtbaarheid. Het gebruik van dit beeld vindt zijn oorsprong in klassieke mythen en tradities. Zo wordt er bijvoorbeeld in een griekse mythe verhaald van de geit Amalthea. Deze geit zoogde Zeus. Toen de geit veranderd werd in een ster brak één van de hoorns af. Zeus kreeg deze hoorn gevuld met fruit. Op de meeste afbeeldingen stromen dan ook fruit en veldvruchten uit de hoorn des overvloeds. Vanuit de overleveringen wordt de hoorn des overvloeds later op verschillende manieren gebruikt. Men kan de hoorn terugvinden in schilderijen, op monumenten, in beeldhouwwerken, op munten, als boekdrukkersvignet en in emblematabundels. De wijze van afbeelden loopt nogal uiteen omdat de hoorn een attribuut kan zijn van verschillende goden, godinnen of personificaties. Zo vinden we bijvoorbeeld de graangodin Ceres of de personificatie van de overvloed (Abundantia) met de hoorn afgebeeld, maar ook vindt men hem op afbeeldingen die de aarde, Europa of Afrika symboliseren. De centrale betekenis van de hoorn des overvloeds kan vergezeld gaan van velerlei bijbetekenissen, afhankelijk van de context waarin de hoorn staat. Zo kan hij wijzen op succes, staatkunde, ware vriendschap, rechtvaardige verdeling van het geluk en slimheid. De hoorn op de titelprent van Wonderlicke Avontuer vertoont verschillen met de ‘traditionele’ hoorns. Zo komt er uit de hoorn van Wonderlicke Avontuer geld, terwijl er uit de andere hoorns meestal granen en vruchten komen. Tevens wordt de hoorn in Wonderlicke Avontuer niet door iemand vastgehouden. De andere hoorns komen nooit zelfstandig voor; ze krijgen pas betekenis binnen het geheel. Deze twee punten zouden kunnen inhouden dat de hoorn hier alleen op materiële rijkdom betrekking heeft. | |
[pagina 57]
| |
Realistisch karakterOp de hoorn staan realistische afbeeldingen. Deze vertonen een episodische opbouw. We kunnen daarvan spreken omdat de titelprent een aantal gebeurtenissen, die in het verhaal voorkomen, in chronologische volgorde weergeeft. Het verhaal begint rechts onderaan; verloopt langs de boog en eindigt linksonder. Eerst zullen we proberen de negen situaties die op de hoorn staan, te plaatsen in het verhaal. Daarna kijken we naar de situaties die in het midden staan. We beginnen rechts onderaan en zien dat Wintergroen het ouderlijk huis verlaat (r. 106-108). De jurk die op de voorgrond ligt, is de vrouwenkleding die zij afwerpt (r. 130). Laten we dit gemakshalve ‘situatie 1’ noemen, dan is in ‘situatie 2’ Waterbrandt inmiddels ten strijde getrokken. ‘Situatie 3’ laat ons Waterbrandt zien, die op een bed ligt en Wintergroen die, nog steeds verkleed als man, bidt tot God (r. 209-210). De tobbe vinden we terug in r. 203-205. In ‘situatie 4’ loopt Waterbrandt tegen een boom en valt (r. 318-320). Ondanks alle tegenslagen vindt het huwelijk plaats in ‘situatie 5’ (r. 385-386). De ontsnappingspoging van Waterbrandt (r. 516-521) en de moord op de ‘Cosacken Ritmeester’ (r. 722-723) komen beide in aanmerking voor ‘situatie 6’. Ook voor ‘situatie 7’ zijn er twee mogelijkheden, namelijk de passage waarin Waterbrandt een boer ‘wel zeker nam’ (r. 579-582) en die waar ‘een Scharmutzsinghe tusschen de Mansveltsche ende Keysersche gheviel’ (r. 766-767). We komen voor problemen te staan wanneer we de juiste combinatie trachten te bepalen. Zo wijken we bijvoorbeeld van de chronologische volgorde af als we voor ‘situatie 7’ de passage over Waterbrandt en de boer kiezen. Tot een sluitende interpretatie kunnen we hier niet komen. ‘Situatie 8’ is eenvoudiger te situeren. Na de herkenning en hereniging (r. 950-995) gaan ze gedrieën verder (r. 996-997). Wintergroen leunt blijkbaar op Waterbrandt's stok (r. 957). Het verhaal eindigt met ‘situatie 9’, waar de schat uit de hoorn komt. Deze schat symboliseert waarschijnlijk de rijkdommen van West-Indië (r. 1205-1221) als datgene wat Waterbrandt meeneemt uit dat land (r. 1266-1268). De situaties die in het midden staan zijn niet allemaal even gemakkelijk te plaatsen. Zo kan de man aan het water bij het kasteeltje zowel Waterbrandt zijn die ten einde raad is (na r. 469), als de oude vrijer (uit r. 136). De situatie links waar een man van een in slechte staat verkerende boot duikt zou terug kunnen slaan op de passage waar Waterbrandt in een schipbreuk verzeild raakt (r. 869-896). Rechts zien we een persoon die in het water ligt en iets vasthoudt. Dit zou één van de mensen kunnen zijn die overboord gevallen is (r. 817) | |
[pagina 58]
| |
maar het kan ook Wintergroen zijn, die in het water is gesprongen om haar kind te redden en zich door een paard op het droge laat trekken (r. 820-827). Tenslotte zien we in de verte nog een ontploffing en twee legers die op elkaar afstormen (r. 534-535). Deze veldslag zou misschien de slag bij Wimpfen kunnen zijn (die hiervoor p. 44). | |
LiteratuurIn De Grafische Technieken laat F. van der Linden allerlei aspecten van het etsen zien. Informatie over de hoorn des overvloeds komt voornamelijk uit handboeken over iconologie en emblematiek. Bijvoorbeeld Iconologia, oft uytbeeldinghe des verstands van C. Ripa en Emblemata, Handbuch zur Sinnbildkunst des XVI und XVII Jahrhunderts van A. Henkel en A. Schöne. |
|