Ingezonden
Naar aanleiding van uw artikel ‘Een hele stapel Conserves’ in de WFH-verzamelkrant, jrg. 1, nr. 2, wil ik het volgende opmerken. Ik kreeg in december 1951 opdracht de zaken van uitgeverij Salm & Co te behartigen nadat Salm voor andere zaken naar Suriname was vertrokken. De firma Mulder zou de verkoop van de boeken op zich nemen. Alles werd contractueel vastgelegd. Mulder had echter andere plannen. Toen er geen voorjaarsaanbieding plaatsvond, zoals toen wel gebruikelijk was, stelde ik Mulder in gebreke. Hij onderhandelde met de geldschieter van Salm en kocht de voorraad, die in december 1951 regelrecht naar zijn magazijn werd verhuisd. De verkoop van de firma gebeurde in september 1952. Toen kwam ook Salm tot de ontdekking dat hij door financiële manipulaties geen uitgeverij meer bezat, maar een lege firma zonder boeken en zonder geld! Nadien waren mijn werkzaamheden beëindigd.
Mevrouw W.M.C. Aberson,
Amsterdam
Heel interessant speurwerk verrichtte uw redacteur Bob Polak in het vorige nummer van de WFH-verzamelkrant over die vriendin van W.F. Hermans. Blijkt uit de bronnen echter niet de correcte schrijfwijze van Toer van Schayk?
Met veel waardering voor uw blad,
Maartje Wildeman,
Nederlands Instituut voor de Dans,
Amsterdam