Zijn antwoord verbaasde me. Wat was het nu: Het behouden huis of Een veelbelovende jongeman? Of zou WFH na het echec in 1950 nog een tweede keer aan de CPNB-prijsvraag hebben meegedaan?
Als hij Het behouden huis inderdaad pas in september 1951 had geschreven, kon hij daarmee pas in 1952 aan de prijsvraag hebben meegedaan. Maar in het Boekenweekgeschenk van 1952, Insecten in plastic (weer zo'n pakkende CPNB-titel!, geschreven door Emmanuel van Loggem) komt zijn naam onder de inzenders niet voor. Bovendien kwam, in dat zelfde jaar, bij De Bezige Bij de handelseditie van Het behouden huis uit, de eerste druk die, als om het raadsel te vergroten, 1951 als jaar van uitgave draagt. 1951? 1952? Hoe zat dat nu?
Omdat in de eerste druk niet vermeld staat wanneer de novelle is geschreven, heb ik latere uitgaven er op nagezocht. En dat gaf uitkomst. Zowel in de bundel Paranoia uit 1953, waarin de novelle Het behouden huis is opgenomen, als in de pocketeditie uit 1960 lees ik aan het eind: ‘Voorburg, Sept. 50’.
WFH had zich in zijn brief aan mij dus kennelijk vergist: september 1951 moest zijn september 1950. Dit hield in dat hij in 1951 met Het behouden huis aan de CPNB-prijsvraag had kunnen meedoen. Snel het Boekenweekgeschenk van 1951 opgeslagen.
En wat blijkt?
Geen WFH!
Moeten wij aannemen dat WFH zich in deze zaak twee keer heeft vergist? Dat hij in de ‘Alles is anders show’ per abuis Het behouden huis als inzending noemde? En wat daar dan van te denken? Zou WFH op tv, al dan niet bewust, de jury van toen een graadje dommer en onbekwamer hebben willen afschilderen? Immers, als de afwijzing niet Een veelbelovende jongeman zou hebben betroffen, maar de later alom bejubelde novelle Het behouden huis, dan betekende dit dat de CPNB-jury van 1950 zelfs niet in staat was geweest een meesterwerk te herkennen!
Het raadsel van de Zaak Beukenoot blijft voorlopig onopgehelderd. Het wachten is op een volledige oekentenis van WFH.
Dirk Baartse