Westland. Jaargang 2

(1943-1944)– [tijdschrift] Westland– rechtenstatus



[pagina 470]
Blanka Gijselen Voor mijn kind O wonderbaarlijke geheimenis dat ik u heb verwacht van in den nacht der tijden, dat alle leed en liefde mij bereidden de stonden der ontvangenis... O zoet mirakel van het zaad... ontbloeid uit al mijn schoonste droomen hebt gij, mijn kind, die vormen aangenomen waarin gij eeuwen lang voor mijne stilten staat... O breede stroom der moederborst... mijn gloed en groei tot milde melk geronnen opdat uw kracht, mijn kind, uit deze diepste bronnen zich laven zou aan al mijn levensdorst... Plots, door de ijlte dezer tijdloosheid uw kleine vogelschrei te hooren en - sedert 't oerbegin tot dit gebaar geboren - mij neigen naar uw hulploosheid... En reiken in het rijzend lied de ongetaalde troost van moederlijk erbarmen... o op het deinen mijner armen verglijden naar het weidsch gebied waar, door de drang van liefde 's hoogste nood aan elken wensch boven mijzelf ontheven ik niets meer voel dan 't wassen van uw leven... ik niets meer bén dan nestgeworden schoot... Uit ‘In Memoriam’ (ter perse)