Marsel Hunninck: Haven zonder Baken. (Ignis, Brussel).
Sooi de Man heeft drie dochters: Lena, Liza en Irma. Hij hertrouwt met ‘Madame Vliegen’ die er warmpjes inzit. Lena trekt het huis uit en huwt een arbeider. De vrouw van Sooi baart een jongen: Harry, de hoofdpersoon van het verhaal. Ook Lena krijgt een kind: Maria.
Harry is een verstandige, maar verwende jongen. Naarmate hij opgroeit wordt hij meer en meer een zoeker, een twijfelaar, een ongeloovige, een stuurlooze, iemand, die vreest dat zijn innerlijk leven zich uiterlijk zou weerspiegelen. Hij wordt leider van de katholieke padvindersbeweging en neemt een betrekking op een ministerie aan. Te Brussel leert hij talrijke meisjes kennen, waaronder Pauline, die een kind van hem in den schoot draagt. Eerst wilde hij niet met Pauline trouwen, te meer daar Maria hem in haar netten tracht te vangen. Doch ten slotte ziet ook Maria in dat er voor Harry maar één ding te doen staat: de moeder van zijn kind huwen.
‘Haven zonder Baken’ is een boek uit de jungle der moraal. Trouwens ontbreekt er beweging, warmte, vrees, optimisme, opstand, grootheid en diepte in dit boek. Ik bedoel, er ontbreekt stijl aan deze bladzijden. Voor zeer jonge menschen hebben zij misschien een zeker charme, omdat die er hun puberteitsjaren eenigszins in kunnen weerspiegeld vinden, doch juist voor deze categorie lezers is het boek gevaarlijk, omdat zij in hun jeugdigen overmoed zoo gauw denken dat een schrijver - iemand, die toch gedrukt wordt - het wel moet weten... en omdat zij zonder achterdocht kunnen gelooven.
Ik verontschuldig mij bij den schrijver dat ik hem ‘klappen geef’, doch hierin volg ik trouw zijn theorie op blz. 191 van zijn boek: ‘Eens de kinderperiode voorbij, dan leert men dat het leven gewoonlijk bestaat uit klappen geven en klappen krijgen. Dan gaat men meteen ook met andere oogen rondom zich kijken.’
Moge Marsel Hunninck weldra met andere oogen rondom zich kijken - ook en voornamelijk, wanneer hij tegenover meisjes staat - dan zal hij bemerken dat zij niet alle van de slechte soort zijn.
Wie weet krijgen wij dan op zekeren dag van Marsel Hunninck niet de optimistische roman bij uitstek... want niettegenstaande deze afbrekende critiek verwacht ik van hem eens beter werk. Dat is hij trouwens na zijn debuut aan zichzelf verplicht.
J. Vanderveken