Westland. Jaargang 2(1943-1944)– [tijdschrift] Westland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Staf van der Loo Stilte, mijn huis... Stilte, mijn huis, waar ik wijl, waar ik woon, gedoken en eenzaam, bij 't woekerend streven der velen, miskennend mijn zinnende leven; - stilte, mijn stilte, mijn huis waar ik woon... Droom, mijn geluk, dat ik aarzelend drink, lavend mijn hartstocht, mijn dorstend verlangen; mijn vrome behoefte aan wierook en zangen; - droom, mijn geluk, dat ik aarzelend drink... Mystiek, vorschend licht, dat de kent'ring doorgloort van mijn denken. Mijn geest. In de branding der eeuwen, mijn drang tot het woord en de drift van mijn streven. - Mystiek, vorschend licht, dat mijn denken doorgloort... En gij,... mijn vrouw, die ik dronken gekust; wier schoot, van mijn wezen, de kern mij onthulde; in de vrucht van wier bloed, mijn bloed zich vervulde: de lout'ring der kind'ren, na 't lied van mijn lust; - en gij, o, mijn vrouw, die ik dronken gekust... Vorige Volgende