Duitsche letteren
Friedrich Hölderlin, de groote eenzame
Het is het noodlot van groote dichters zooals Friedrich Hölderlin, dat men veel over hen schrijft en leest, doch dat hun werk zelf in wazige nevels van onbekendheid weggedoken blijft. Ook de grootheid van een dichter blijft zeer dikwijls voor den beperkten geestelijken horizont van nochtans scherpziende tijdgenooten verborgen. Dit is des te meer waar voor Hölderlin, wiens werk in moeilijk leesbare handschriften verspreid lag, en ook omdat zijn werk een nieuwe toekomst inluidde. Stellen wij Hölderlin tegenover Goethe, dan constateeren wij dat Goethe het machtig slotaccoord van een vervlogen periode aanstemt, daar waar Hölderlin, samen met twee medestudenten uit het Tübinger Stift, de wijsgeeren Schelling en Hegel, een heerlijk bouwwerk begint op te trekken, wiens edele lijnen pas door latere generaties volledig naar waarde geschat zullen worden.
Men heeft Hölderlin niet hooger geacht dan andere dichters van zijn tijd, terwijl hij zeker naast Goethe en Schiller een plaats verdient bij de allergrootste kunstenaars die Duitschland ooit bezeten heeft. Er was omzeggens niemand in staat het zware, getormenteerde, met de teekens van waanzinnigheid geteekende leven in samenhang met het werk te beschouwen, wat nochtans een absolute noodzakelijkheid is. Doch wanneer men langzamerhand begon te beseffen wie Hölderlin was bleek de tijd voorbij om volledig in den geest van Hölderlin, die de geest der natie was, door te dringen. Pas tijdens den vorigen wereldoorlog begon de jonge Norbert von Hellingrath met een historisch-critische uitgave van Hölderlin's werk, en dank zij deze baanbrekende publicatie enthousiasmeerde de toenmalige jeugd zich voor den grooten, pas ontdekten dichter. Deze uitgave gaf het sein tot een Hölderlin-bewondering, die nu, in dezen tweeden wereldoorlog, nog in stijgende lijn gaat.
Wanneer den 7. Juni 1943 de honderdste terugkeer van Hölderlin's sterfdag herdacht werd, was dit voor vele auteurs en Hölder-