Westland. Jaargang 2(1943-1944)– [tijdschrift] Westland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Staf van der Loo Verloren zoon ‘Wer nie verreist der kehrt nie heim’. Die beiaard slaat het oude lied: het oude verblijden, het oude verdriet; en in dien klank wàt groet mij niet, - ach, wàt al niet? Het trage water klotst voorbij: een stroohalm drijft eenzaam, die keert met de tij; zoo keer ook ik nu, bitter en blij, - herkent gij mij? Mijn vroegste droom, mijn fiere stad, ik, die U snood aan vreemden mat; die schier Uw schoonen naam vergat, - vergeef mij dat? Dit weerzien, thans, léért mij Uw trouw; al ging ik zoo verre, al ging ik zoo gauw, bij àl wat mij niet baten zou, - ik heb berouw! Zoet beiaardspel, o, zilvren kroon van klank om den slanken lie'vrouwentoorn; hier stà ik, die nu élders woon: - verloren zoon! Vorige Volgende