Des Guten zuviel
Minus van Looi: De Bastiaensen. (Manteau).
Zouden wij op grond van dit boek zeggen, dat Minus van Looi het vertrouwen in hem gesteld, beschaamt of doen we best ons het adagium in herinnering te brengen: alle scheuten zijn geen roos? Met dit optimisme in het kwadraat, met deze imitatie van Pallieter is noch Vlaanderen noch Van Looi zelf gediend. Tenzij een nietszeggende karikatuur van het Vlaamsche volk bedoeld werd, maar neen, het is niet veel meer dan Kempische zwans. Bij de lectuur van ‘De Bastiaensen’ heb ik het opgegeven verder eischen te stellen, 't Is toch boter aan de galg gesmeerd. Een katholiek advocaat die pro echtscheidingen pleit, een pastoor die stikt in zijn vet, nog een mirakel op den koop toe en dan de wedijver met Timmermans, Valère De Pauw, Claes: ik kan het nog straffer dan gij. We zouden kunnen zeggen: ‘Minus, maak het de ganzen wijs. Ditmaal trekt g'er nog al een schort af!’ We zouden nog kunnen drukken op den toon van dit vertelsel: komt-niet-te-dicht-zulle-ofge-krijgt-wat-meppen.
Wanneer gaan onze humoristisch aangelegde auteurs eens ophouden alleen den clown in den Vlaamschen mensch te zien?
Paul de Vree