Westland. Jaargang 2(1943-1944)– [tijdschrift] Westland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Staf van der Loo Nocturne Bij 't stage licht, dat om haar schouders schroomt, 't gebogen hoofd omdonkerd door de haren, bekijkt zij lang haar smalle hand, en droomt; haar diepe oogen als verloren staren. Zij schrijft, doch aarzelt, om elk woord bevangen als om 't geheim van haar verborgen leed: de ranke naaktheid van haar jong verlangen ontloken in de schaduw van haar kleed. En zucht. Want, is 't haar niet of zij, of zij bemint? - Zij eindigt weif'lend met ‘uw lieve’, en schrikt, en overleest de woordenrij: haar schamele antwoord op zijn milde brieven. Daarna ontkleedt zij zich, als om te baden, geheel; en weet niet wat zij nog verwacht, maar draait het licht uit, dat haar kon verraden, en weent, lang, dronken van de zwoele nacht. Vorige Volgende