Hinderend zijn b.v. tusschenzinnen als de volgende; ‘Intusschen is Irène (een liefdekwestie moet zij gehad hebben met Van Bolle die inmiddels kapelaan werd) van het tooneel verdwenen, sedert haar huwelijk met een dikken pralinesfabrikant van Molenbeek’, blz. 46, dit om ons te verwittigen dat Irène uit het verhaal voorgoed verdwijnt.
Het is jammer dat de goede betrachting van Dewachter zich moet verstrikken in het tooneelmatig uitbeelden der personnages. De dialogen in het Brusselsch bargoensch - ook het Antwerpsch dialect is niet vergeten -, zullen dit werk niet bevattelijker maken. Het blijft spijtig dat de kwaliteiten van Dewachter, die een volksschrijver kan worden, bedolven liggen onder weliswaar goede bedoelingen, echter al te veel als dusdanig worden gedemonstreerd.
Met zijn boek voert Jozef Simons ons in de gulle en milde atmosfeer van de Kempen. Zonder hoogdravend te zijn en dikwijls met een tikje romantiek gaan de stroopers, dorpspastoors, nijveraars, nieuwbakken adel en foorkramers aan ons voorbij. De verhalen verloopen vlot en zijn zonder hinder de geschikte ontspanningslektuur voor elken lezer, soms met een zedeles doorheen de gebeurtenissen geweven. Met de eeuwig geldende aspecten van de kunst hebben zij niet veel gemeen. Dit zal niet beletten dat het boek zijn weg zal vinden, al is er menig ander werk van J. Simons beter dan deze verhalen.
Op een geheel ander plan staan de ‘Vertellingen van den Zwinkant’. E. Buysse verheerlijkt in deze verhalen het huiselijke leven van zijn menschen en hun traditie. De ongekunsteldheid van elk verhaal straalt een zekere warmte uit, waardoor Buysse zich als een gevoelig auteur doet opmerken, die adem kan verleenen aan het simpele verleden van de kleine lieden van den Zwinkant.
Emile Buysse staat het dichtst bij het opwellende volksgevoel, dat de mythische gestalten van de voorvaderen onbewust opneemt en verder geeft, zonder afbreuk te doen aan de geplogenheden.
Zijn taal is helaas een minder gelukkige vermenging van half dialect, met algemeen beschaafd.
Zonder heelemaal te beantwoorden aan de eischen van het eigenlijke kortverhaal, verdient dit boek toch belangstelling, omdat het van de levende volkskrachten getuigt, die elke streek haar eigen karakter geven.
Frans Swerfgeest.