Westland. Jaargang 1(1942-1943)– [tijdschrift] Westland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 663] [p. 663] Hubert van Herreweghen De Hazelaar Voor B.B. Het groen springt uit de basten voor blinkende oogenruit zoo vrank en vroolijk de verraste takken en twijgen uit, waarop de vogelen zingen en roepen naar elkaar. Katjes hangen te klingen zacht aan een hazelaar. In 't prille voorjaar, lang geleden, van dezen hoogen hazelaar nam ik een bloeiend twijgje mede en gaf het haar. In den gekuischten hemel hangt al een leeuwerik. Luid fluiten van een merel, een specht aandachtig tikt. Wat loop ik hier verloren, zwijgend, met norsch gezicht. Om vogelen te hooren? Om weer te zien het wonder licht? Sinds ik in prille Lente dat hazelaarstwijgje brak, loop ik langs hier, ouder gewente, waar ik het in heur haren stak. Vorige Volgende