Ondanks ook alle triomfgehuil is de positie der geallieerden lang niet zoozeer verbeterd als zij het willen doen gelooven. Na ruim drie en een half jaar oorlog zijn zij er nauwelijks in geslaagd Italië van zijn schamele koloniën te berooven - dit is het eenige sukses, dat zij op hun actief hebben - want Algerië, Marokko en Tunis behoorden toch tot het pand waarover zij reeds vóór 1 September 1939 beschikten. Daartegenover staat, dat de asmogendheden heel Europa beheerschen, - Spanje, Portugal, Zwitserland en Zweden als neutrale landen uitgezonderd - bovendien de rijke Oekraine in hun bezit hebben, en in Azië over een groot deel van China, Indochina, Siam, Burma, Java, de Filippijnen en zooveel andere steunpunten beschikken.
In Engeland, het kan niet anders, moeten invloedrijke kringen met leedwezen toezien hoe Churchill de vazaal van Roosevelt is geworden, en in Amerika moeten er breede lagen zijn, die met argwaan vaststellen, dat Roosevelt de poorten wijd openzet voor de agenten van Stalin. Om zijn kiezers gerust te stellen - de Sovjets verwachten dringend levensmiddelen uit de V.S. - heeft Roosevelt er alles op gezet van Stalin te verkrijgen, dat hij zijn omnevelingsmaneuver zou doorzetten. Het bolsjevisme moet in rok en met hoogen hoed zijn intrede in de wereld kunnen doen. Is Roosevelt zelf er destijds voor teruggedeinsd te verklaren, dat hij al het mogelijke zou doen om den oorlog te vermijden en werd hij niet op grond dezer verklaring verkozen?
Trouwens het was noodig, dat het prestige der Sovjets een beetje werd opgeknapt. Katyn heeft ook bij de geallieerden een diepen, ongunstigen indruk nagelaten en een gebaar van verzoening vanwege de Sovjets was meer dan noodzakelijk.
Het toeval wil echter, dat pas veertien dagen geleden documenten aan het licht werden gebracht, die de trouweloosheid der Sovjets ontmaskeren.
Onder de archieven, die op de Quai d'Orsay werden buitgemaakt, bevinden zich twee documenten afkomstig van den vroegeren Franschen gezant te Stockholm en handelend over een voordracht welke de bijgevoegde secretaris der communistische partij, de jood Kaganowitsch, en de gezante der Sovjetrepubliek, madame Kollontay, in een kleinen kring van vertrouwden te Stockholm hebben gehouden.
‘Wij hebben verdragen onderteekend,’ aldus madame Kollontay, ‘en wij zullen in het vervolg nog verdragen afsluiten, niet