voor den ‘vierdenstandsmensch’ vooral. De twintigeeuwsche mensch heeft met onweerstaanbaren wellust door het linnen venster gekeken, zijn wereldbeeld, zijn ontvankelijkheid zijn er oneindig door verrijkt geworden. Als elke nieuwe discipline moest ook deze van de filmkunst ‘umwertend’ werken. Edoch door een romancier regelmatig aan filmtechniek en -verzinsel herinnerd worden, wekt niet alleen een wrevel, het wijst ook op een fundamenteel gebrek bij den maker; hij doet nl. beroep op extra-literaire middelen, de literaire kunde volstaat niet om romankunst te scheppen. Al wat t.a. aan deus-ex-machina, illogische samenstelling en psychologische tronkeering in de romanliteratuur geslopen is - wat dan op de rekening der fantasie geschoven wordt - kunnen we den filmischen invloed verwijten.
Anton Van de Velde heeft bij een zeker publiek heel veel krediet. Moest men hem van a tot z kunnen afbreken, dan was dat, voor dit publiek, nog boter aan de galg. Doet men hier in Vlaanderen nog zoo z'n best de goegemeente voor te lichten, zegt men het b.v.: gij wordt doorgaans handig door papierverkoopers geëxploiteerd, door woordjongleurs begoocheld, door baantjeszoekers bedrogen, zooals gij t.a. op vele gebieden van uw leven wordt verknoeid, het brengt niet veel aarde aan den dijk.
Het zou kunnen dat het in de wereld gaat zooals Van de Velde het ons wil wijsmaken. Het is althans gemakkelijk en goedkoop in zijn gedachten of in zijn verbeelding de rijken te vernederen en de armen met de hulp van Monseigneur aan een barak te helpen, het kan vernuftig en pakkend zijn een menschgeworden kersentak zichzelf te doen opofferen om een blinde en een tbc-er één moment aan het bestaan van goede krachten te doen gelooven, maar met dat humanitarisme, dat verheiligd miserabilisme is deze tijd niet meer gediend. Pukkie Pech of wat is de echte caritas? Monseigneur die het huwelijk van een blinde met een tbc-er bewerkstelligt? Het offer van een ‘kersentak’, Van de Velde? Neen, dat is de put nog dieper graven, dat lost niets op! Er is een nieuwe sociale orde noodig, een nieuwe sociale discipline.
Aan het sprookje van het gestrafte bedrog hadt gij ook mij door uw verbazende knapheid wellicht doen geloof hechten, als niet uw lancetmesje langs twee kanten sneed.
Paul de Vree