Westland. Jaargang 1(1942-1943)– [tijdschrift] Westland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 420] [p. 420] J.L. de Belder Gesprek Een nieuwe Herfst en een nieuw meedoogen, een ander heimwee naar een schooner lied. Ik lees het stil verlangen in Uwe oogen naar onze liefde, maar gij zegt het niet. Wijl kinderen spelen op de kleine weide hun eenzaam spel, een vogel vliegt en ver klinkt in den avond wat muziek van Haydn. Boven den boschrand staat de eerste ster. Dan zegt gij: ‘Deze last en Uwe zorgen en al het leed onszelve aangedaan?’ ‘Verlangen wij dan steeds naar morgen om het leven beter te verstaan?’ Een nieuwe Herfst. En Uwe oogen hebben het heimwee naar een schooner lied. Gij kent het stil verlangen en het mededoogen om onze liefde. Maar gij zegt het niet. Vorige Volgende