Westland. Jaargang 1(1942-1943)– [tijdschrift] Westland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 291] [p. 291] [Nummer 4] Richard de Cneudt Sonnet Ik heb de deftigheid langs allen kant bekeken, en jarenlang geleefd naast menschen van fatsoen, ik heb, in strenge zorg, mijn eigen vlag gestreken, en smetteloos gebeurd hùn eerzaam-grauw blazoen. Ik heb, naast hen, den weg van droom en drang ontweken, en vreugdloos mij vermeid in klein, bestoft plantsoen, geschuwd den schoonen roes van zonden en gebreken, gedachteloos gedaan wat nette menschen doen. Dies waren brave zielen mij van goeden wille en schonken me, als een gunst, wat rust voor 't moede lijf, een beetje stand, de stille het voedzaam daaglijksch brood, bevreedging om iets goeds dat moeilijk is verworven, en - diep verborgen in mijns harten donkren nood, de 'erinnring aan een droom, die eenzaam is gestorven. Vorige Volgende