Een groote gebeurtenis is het binnendringen der Romeinen. Vele beschavingswerken komen tot stand (o.a. de bouw van molens tegen het gevaar van het water).
Daarna de kerstening, die geschiedde door middel van de bekeering der hoofden, waarna de overige bevolking volgde. Deze methode is staatkundig zuiver, ook op het gebied van kolonisatie.
Bij de poging tot overrompeling door de Lelieaarts komt het verzet van 1302. Daar deed zich de kiem der volksverdeeldheid voor, die des te pijnlijker wordt als later de steden in een broederstrijd gewikkeld worden en kampen op leven en dood.
Na de overheersching van Habsburg en Spanje komt de scheiding van Noord en Zuid. De aanleiding ligt in de godsdienstige verdeeldheid. De beeldenstorm veroorzaakt vervreemdheid en afkeerigheid van elkaar.
Later reikt het Noorden zelfs de hand aan Frankrijk om de scheuring volledig te voltrekken en den overwinningszucht van Lodewijk XIV te voldoen in zijn strijd tegen Spanje.
Bij het verdrag van 1713 komen de Zuidelijke Nederlanden aan Oostenrijk.
Een tijd van rust en voorspoed, zoo uiterst weinig gekend door de vertrapte en uitgezogen bevolking, breekt aan.
Tijdens de Fransche overheersching kennen de Zuidelijke Nederlanden weer de hevigste beroeringen totdat in 1815 de beide volksverbonden deelen, door den strijd van elkaar vervreemd, zonder voorbereiding vereenigd worden.
In dit tijdvak worden allerlei maatregelen genomen op de verschillende gebieden van de economische bedrijvigheid, die wijzen op een geheel, op een plan, dat alle deelen van het gebied bestrijkt. (Zie Dr. K. Engelbeen. Flämische Wirtschaftsgeschichte).
1830 ziet den Belgischen Staat tot stand komen, welke zoo karakterbedervend op ons volk heeft ingewerkt. De toestanden van 1914-1918 komen er uit voort en weer is het de Westhoek die als slachtbank dient, waarop het Vlaamsche bloed voor valsche broeders vloeien moest.
Dat plekje grond houdt het hart van de zich werende partij in leven. Mannen uit het volk maken gebruik van het verdedigingssysteem der overstroomingen, door geen staf-officieren gekend.
In 1940 werd het het kerkhof voor de talloozen.
Zakelijk en positief brengt de schrijver zijn gegevens naar voren, met hier en daar slechts een oordeel om de vele gegevens in verband te houden. Het is de Westhoek die het materiaal verschaft heeft van de vele hoofdmomenten van de geschiedenis der Vlaamsche gewesten, die rijk en bont is als een Brabantsch gobelin.
De schrijver beschikt over een knappe schrijverstaal. De waarheid en de oordeelskracht stooten op diepere gronden als het plaatselijk verband der woorden soms aangeeft. Er ligt bezonkenheid in.
De Nederlander van Zuid als van Noord zal de aanbrengst van dezen geschiedenisrijkdom waardeeren.
‘Mogen de wonden nu genezen: de vele, de diepe oude; moge de tragiek van zijn verscheurdheid met den grooten Westhoek nu geheeld worden, zóó dat de groote en kleine Westhoek samen in vrede, dapperheid en grootheid leven, dat zijn visschers en zijn boeren, dat zijn meisjes en knapen, zijn gordel van St. Omaars tot Nieuwpoort en zijn fraaie binnenlandsche steden van Dixmuide, over Veurne, Loo tot Ieper de vroegere Vlaamsche heerlijkheid terugvinden, opdat uit zijn eeuwig lijden ook zijn verrijzenis worde gewekt: dat geve God, dat bewerke de fiere Westhoek zelf’.
Drs. Mich. van Meensel.