Werk. Jaargang 1(1939)– [tijdschrift] Werk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Liedje van het twijfelachtig geluk Zou dit ‘geluk’ zijn, dat ik hier verloren Voor mens en tijd, opgaande in veld en zon Mag luistren naar een lied dat uit het koren Of in mezelf - ik weet het niet - begon? Geluk, gij zijt onvatbaar als de glansen Der hagen, roodbruin wiegend in de wind En wie u ziet, verbeurt zijn beste kansen Daar gij veraf zijt of alree verzwindt. Krijg ik tot rijk die twijfel toegewezen, Ik klamp hem aan, mijn harte houdt hem vast. Ik wil 't geluk, dit zal mijn lied niet wezen, Het koren ruist en 'k zoek weer op de tast. ANDRE CHRISTIAENS Vorige Volgende