Werk. Jaargang 1(1939)– [tijdschrift] Werk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] [Gedichten] Het oogenblik Wacht een tel en houd den adem in - het is te laat, het is voorbijgegaan: nog even trilt een knop als een begin van bloei - het is al uitgedaan. Blijf nu niet staan: het komt alleen wanneer wij loopen en veel praten, wanneer wij druk zijn en zeer algemeen; dan wordt het op ons losgelaten, nog sneller dan een pijl, voorbij, voorbij... ook nu te laat: de knop is weer verstard. Maar wees gerust: eens treft het jou en mij voor altijd - midden in ons hart. Het opgejaagde wild Ik ben het wild: de honden van den dood jagen mij op, totdat Uw schoten knallen; zij rennen in mijn spoor, de smalle kronkelwegen van mijn angst en nood. Hun geile adem snijdt in mijn gebed, ik voel Uw oogen vast en vaster turen. Alleen Gij weet hoe lang de jacht zal duren en kent de klemmen, die zijn uitgezet. Los eindelijk het schot en schenk genade: dan lig ik machteloos en zwaar in kruiden, zacht als kinderhaar, mijn lippen dorstig aan de aarde. Maar overal onder het weeke mos breekt het verderf der dieren open: straks zullen zij over mijn lichaam loopen en knagen het van mijn gebeente los. [pagina 64] [p. 64] Dan zult Gij zoeken naar wie ik was, tot Gij het bladerdek weg zult tillen om te zien liggen de witte, stille, veêrlichte teekenen tusschen het gras. Neem ze dan langzaam in Uw hand: dit stof, dat tot het stof ging keeren. Niets in mij zal zich dan nog verweren: dit is Uw eigendom, mijn Vaderland. Rondeel in den herfst Weer is het herfst, mijn lief, en zijn wij ouder, ouder geworden dan dit eene jaar. Wij groeien tweemaal, want ook voor elkaar: je hoofd rust peinzend aan mijn schouder, en zie, ons beider hartslag klopt vertrouwder, verduurt den tijd en stuwt ons, rijp en zwaar. Weer is het herfst, mijn lief, en zijn wij ouder, ouder geworden dan dit eene jaar. Toch weten wij: het najaar wordt niet kouder, de wolken trekken weg, het nachtlicht, klaar en fel, doordringt ons bloed, jouw warme haar - waar is je mond? want niets is mij vertrouwder: weer is het herfst, mijn lief - wat is een jaar? GABRIEL SMIT Vorige Volgende