Werk. Jaargang 1(1939)– [tijdschrift] Werk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] [Gedichten] Obsessie Ik sta voor 't open raam te kijken. En onder mij de straat: Waar, tusschen lange steenen dijken, Een snuifje van het menschdom gaat. Er is een bloempot bij het raam gezet. Wat is het nu dat mij belet dien naar omlaag te zwieren op de mieren? Ik zou hem in mijn handen vatten. En plots, hij zou aan 't vallen zijn. Zou vallen langs de veertien flatten in rechte lijn. Maar sneller, sneller, immer sneller: En dan!... (Mijn hart klopt feller bij 't denken wat mijn willen kan.) Een hoed een deuk, een schedelbreuk, de dood! (Mijn macht is groot!) Ofwel de bloempot valt te pletter neer juist neven 't hoofd van een mijnheer. Die komt er met den schrik van af en gaat den hemel loven, terwijl hij eerder mij, hierboven, moest danken, die genade gaf. Ik doe het raam maar dicht, en hou de blikken naar den muur gericht, 'k Wil 't diepe van de straat vergeten. Men kan nooit weten! [pagina 61] [p. 61] Waarheid Een eerste was een rechter. Een and're was een dief, Een derde was een mandenvlechter. En had zijn meisje lief. Zij werden opgeroepen. Hun wapen was van staal. Zij schenen in de rij der troepen Gedrieën gansch egaal. Maar d'eene bleef een rechter, En d'and're bleef een dief. De derde nog, de mandenvlechter Had steeds zijn meisje lief. Toen is de stad gevallen. Wie weet wie over won? Nu liggen bij de grijze wallen Drie schedels in de zon. Is deze van den rechter? Of misschien van den dief? En welke is van den mandenvlechter. Die had zijn meisje lief? [pagina 62] [p. 62] Kleopatra Fijne heeren drinken whisky. De gesprekken worden risky. Meiden in hun zijden kleeren Moeten heete handen weren Stiekem op de loer. Saamgelijmde paren Schuiven dansgebaren Over den beboenden vloer. Plots een slag op de cymbaal!.... 't Wordt nu stiller in de zaal; 't Roode licht wat meer gedoofd. (Hand die gauw een rilling rooft.) Uit een eeuwenver verleden Komt de dancingster getreden, Als uit steenen beeldenschrift Op een obelisk gegrift. Onder 't zwarte haar Oogen als amandelnoten, Open, doch subliem gesloten Voor de dronken tronieschaar. Onbeweeglijk stil. Tot een gekke gil Van de saxofoon Spotten komt met d'oude kroon Die haar had omkranst. Kleopatra danst. Kleopatra danst een jazzband-hot Op den dansvloer van een dandykot. Herman VAN SNICK Vorige Volgende