Werk. Jaargang 1(1939)– [tijdschrift] Werk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Huiselijk conflict Hij zat er wrokkend bij en weigerde te eten, zijn keel wrong automatisch dicht, en toen hij wist dat ieder naar hem keek, lei hij met een beslist gebaar zijn lepel neer; de walging deed hem zweeten. Zijn moeder zei, dat hij het altijd had gegeten en vroeg: ‘Waar komen nu die kuren toch vandaan?’ Hij keek maar naar zijn bord en voelde hoe een traan warm en lastig groeide: dat was zijn geweten. Hij zag de vette gele vermicelli-slierten en stukjes vleesch in troebel tranenkleurig vocht in slijmig vuil van een voorwereldlijk gedrocht wormen en maden tusschen ander ongedierte. En duchtig uitgevloekt moest hij de rest vergeten en blijven zitten toen de tafel werd geruimd, wit van ontzetting, hij had nooit de school verzuimd, hij voelde overvloedig wat ze hem verweten. Roerloos en ellendig, maar z'n hoofd vol beelden, en plotseling vroeg hij zich schrikkend af of God hem nu zou straffen volgens onbekend gebod, terwijl zijn vingers doelloos met de franje speelden. Hij zag het vertrouwd bewegen van z'n snelle vrinden en z'n gedachten gingen langs de plaatsen waar zij speelden: huizen, dan een kerk, een urinoir, en dit vergat hij ook om nooit meer terug te vinden. Doch na dien dag moest hij van vele spijzen walgen en wist alleen, dat hij er voor geen geld van at. Hij heeft er steeds de grootste herrie mee gehad maar in die hoek van z'n geheugen groeiden algen. C.F. DE RONDE Vorige Volgende