Werk. Jaargang 1(1939)– [tijdschrift] Werk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Gedichten Ontbijt De deuren stonden open naar den tuin. Het prille licht viel op brood en schalen Om aan den wand nog glanzend te verdwalen. Toen streelde hij haar arm, deels blank deels bruin En sprak haar moed in voor de laatste dagen. Zij spiegelde hém zekerheid en moed, Want lag niet hij gevangen in haar bloed En moest zij hem niet tot nieuw leven dragen? Afscheid. Een zoen. De deur viel toe En zich bezinnend wat haar was ontnomen, Wat haar verliet en hoe het weer zou komen. Zag zij de leege straat, oneindig moe. Romance Een nacht waarin men dwalen kon verdwalen Zoo grillig en vol maanlicht bleek het bosch. Het paard gleed als een schaduw teugels los. Het huis school eenzaam als in droomverhalen. Zij opende de deur, ontving hem zwijgend. Het paard kreeg water stroo en warmen stal, Hij brood en wijn en wat hij haar beval Volbracht zij niet uit plicht maar blind en hijgend. Maar door een raam gleed glanzend want ontkleed Naar binnen wat bloed in harten heeft gestold, Mismaakt en dansend haar vuurroode kobold. - Van wie is 't paard dat ik te pletter reed Tegen de maanmuur waar de maanbeek stroomt, Tegen de maanmuur waar de maanroos droomt; En hoe moet ik de maangodin verzoenen? Haar rozen bloeien 't zuiverst op den grond Waar hart op hart klopt, en die ik haar schonk. Voor eeuwig samen in hun visioenen. [pagina 50] [p. 50] Testament Hij buigt zich dieper naar de trage acte Die 't allerlaatste in hem overwint En zijn gedachten tot verbeelding spint... Hij is niet hier maar zwervend op de vlakte Van zee en wind op een vermist fregat Dat goud vervoert, blinkende kostbaarheden; In vliegend weer verzeild, ondanks gebeden Kustwaarts gedreven - overspoeld op 't wad. Een bliksemschicht, zonlicht dat in de inkt- Pot valt, schrikt hem terug tusschen de wanden. Hij teekent zwaar en geeft het stuk uit handen. Bezint zich thuis pas hoe hij is bedrogen. Daaglijks bespied, twee maal twee koele oogen Waar enkel soms het helsche vuur in blinkt. The dansant Moet je maar 's avonds wandlen gaan Met enkel van 't bosch de bloemengeur aan. Dan leert je minstens een vogel verstaan. Moet je maar 's avonds baden gaan Met enkel de schelp van je oortjes aan. Dan kan je minstens de zee niet weerstaan. Moet je maar 's avonds slapen gaan Met enkel een hemdje van maanlicht aan. Dan kust je minstens de man van de maan. G. VAN GELDER Vorige Volgende