[Nummer 2]
Het ‘sticusa-journaal’, 1e jaargang, no. 1, jan. 1971, schrijft:
‘Het maandblad “Ruku” bestaat nog steeds onder de redactie van de enthousiaste Frank Martinus Arion. De te Nijmegen verschijnende tegenhanger “Watapana”, redacteur H. Habibe, kwam in oktober uit met een Spaanse editie, die wel belangstelling trok, maar waarvan zeker meer exemplaren onder de Spaans studerenden verkocht hadden kunnen worden’.
Op de eerste plaats zij erop gewezen dat ‘Watapana’ niet bepaald een ‘tegenhanger’ van ‘Ruku’ beoogt te zijn.
In een brief van 24 juli 1969, komplimenteerde Frank Martinus ons met het verschijnen van het vierde nummer van onze eerste jaargang. Verder schreef hij: ‘...mi revista por judabu pa ensancha dibo i dibo tambe por juda dimi, completando otro. Es desir, mi ta spera ku den futuro lo tin hopi koperashón entre nos dos.’
Kortom, de redacteur van ‘Ruku’ zou het op prijs stellen, indien zijn blad en ‘Watapana’ elkaar konden aanvullen.
En het kan inderdaad gezegd worden, dat terwijl ‘Ruku’ de nadruk legt op het politiek-sociale aspekt van het Antilliaanse leven, wij van ‘Watapana’ proberen de kulturele hiaat, ontstaan na de dood van de literaire tijdschriften ‘Simadán’ en de ‘Antilliaanse Cahiers’, zoveel mogelijk op te vullen. Er is dus, naar onze mening, geen sprake van ‘tegenhanger’.
Wat de opmerking betreft, als hadden er meer exemplaren van onze Spaanse editie onder de Spaans studerenden verkocht kunnen worden, volstaan wij met de mededeling, dat er daarvan een aantal exemplaren niet alleen naar alle Spaanse fakulteiten in Nederland verstuurd is, maar ook naar enkele universiteiten in Venezuela, Colombia, Cuba, Puerto Rico en Santo Domingo.
Ook de Spaanse ambassade in Den Haag is ingeschakeld. Al met al, het moet ons van het hart, dat de verslag-gever van het ‘Sticusa-journaal’ beter op de hoogte had kunnen zijn, indien hij zich de moeite had getroost om zich hierover te laten inlichten.
Redaktie