Aan een dierbare
Frank Martinus Arion schreef eens: ‘de geliefde - de onvindbare geliefde wel te verstaan - is het hoofdthema van haar (Oda Blinders) gedichten’ en ‘zij dicht om haar geliefde te vergeten of om deze geliefde heel dichtbij te brengen.’
Ook in het verhaal ‘aan een dierbare’ vinden we deze geliefde; deze wisseling van vergeten en zich herinneren...
toebehoren’ als ze gelukkig samen zijn en ‘dicht bij je... wijkt de koude eenzaam-
waarna
als een droom is, bang voor hei ontwaken door dat zwak geritsel.
‘ik zie je nog’ zegt ze ‘... want stenen zijn te hard voor dit ontwaken’;
het blijft stil...
rondt zich om dit zwijgen,
maar pijnbomen fluisteren
.... de geliefde is weg... dan ontwaakt Oda Blinder uit haar droom (door een zwak geritsel?)
ze schaamt zich.
uit je blindgestaarde ogen;’
alleen het uitroepteken ontbreekt hier nog.