Een woord van de redaktie
Op een wereldbol zijn de Nederlandse Antillen zes kleine eilandjes, die met het blote oog nauwelijks waarneembaar zijn. Maar het zijn toch eilanden met eigen zeden en gewoonten, met eigen uitdrukkingsmiddelen, kortom met een eigen kultuurpatroon.
Zoals het meestal gebeurt in koloniale gebieden, heeft men daar ook veel overgenomen van de kultuur van landen, waarmee men in de loop der eeuwen in kontakt is gekomen.
Zo heeft bv. de literatuur van de Nederlandse Antillen een grote invloed ondergaan van de Nederlandse.
Er zijn, echter, ook nog Antillianen, die de eigen kultuur niet uit het oog hebben verloren. Antillianen, die zoals J.S. Corsen, naast vreemde talen, ook hun eigen moedertaal, het Papiamento, hebben weten te hanteren om hun poëtische inspiraties e.d. tot uitdrukking te brengen.
M.a.w. Antillianen, die hun individualiteit hebben weten te handhaven. En dank zij dit feit, kunnen we vandaag spreken van: ‘de Antilliaanse literatuur’ naast ‘de literatuur in de Nederlandse Antillen’, waartoe ook Spaanse en Nederlandse literaire oeuvres gerekend worden, die door Antillianen geschreven zijn.
Het ligt in de bedoeling van dit tijdschrift U in de eerste plaats kennis te laten maken met deze ‘Antilliaanse literatuur’.
In tegenstelling tot vroegere Antilliaanse tijdschriften (‘Simadán’, de Antilliaanse Cahiers), willen wij naast alléén maar gedichten, ook nog korte verhalen, literaire essays en kritieken, vertalingen uit het Papiamento, linguïstische verhandelingen over het Papiamento en andere artikelen met een educatief doel, opnemen.
Hierdoor zou ‘Watapana’ niet alleen het karakter van een kultuur-oogst kunnen rijgen, maar ook van een kultuur-spreiding. Het wil de Antilliaanse kultuur zovéél mogelijk toegankelijk maken, óók op grotere afstand.