[2 Februari 1598]
Item inden jare 98. den 2. Februari is oock ghestrant tusschen Schevering ende Catwijck eenen grooten Potwalvis, die ick ooc op dat mael gesien hebbe, was lanck 52. roeyvoeten, sijnen steert was breet 13. voeten, sijn onderste kinnebacken was lanc 7. voeten, daer in stonden 42. tanden, die hem voren in het backhuys (daer in so veel groote holle gaten stonden) insloten, de Visschers creghen hem levendich, ende doort groot ghewelt dat hy dede, lach soo diep in het sant ghewoelt, datmen sijn dickte niet meten en conde, ende is alsoo doort ghewelt geborsten dat hem het bloet ende smout pisseling, ende met groote menichte wt sijn backhuys is afgeloopen, sulcx dat een groot stuck weechs ter zeewaert in, de selve als bloet root, ende gheverwet was.