beluisteren van epische teksten. Vanaf de twaalfde eeuw werd het rijm meer en meer een conventie: verhalen (en zeker Arthurromans) werden nu eenmaal berijmd. Omdat tegenwoordig vrijwel alle verhalende teksten (romans, novellen, verhalen, detectives, moppen, sprookjes) in proza worden opgeschreven, heb ik de oorspronkelijke vorm vervangen door een hedendaagse.
De vertalingen volgen de oorspronkelijke teksten op de voet. Ter wille van de leesbaarheid heb ik me hier en daar enige vrijheden veroorloofd. Ik volsta hier met het geven van vier voorbeelden.
In het Middelnederlands worden zinnen vaak met behulp van woorden als toen, daarna, hierop, nu aan elkaar gekoppeld; in mijn vertaling heb ik er om stilistische redenen de voorkeur aan gegeven dergelijke woordjes nu eens weg te laten, dan weer het zinsverband met behulp van andere woorden duidelijk te maken.
Een tweede ingreep betreft de aanduiding van de spreker: in het Middelnederlands wordt steeds aangegeven wie aan het woord is, waarschijnlijk ten behoeve van een luisterend publiek. Omdat in vele gevallen uit de context duidelijk is wie het woord voert, heb ik een groot aantal van deze sprekersaanduidingen weggelaten.
Ten derde wordt in het Middelnederlands de handelende persoon vaak aangeduid met hij of zij; de lezer moet dan maar uitzoeken wie er bedoeld wordt; daarom heb ik op vele plaatsen de eigennaam van het handelende personage ter verduidelijking toegevoegd.
Ten slotte heb ik beschrijvingen hier en daar samenvattend weergegeven; omslachtige (mede door het rijm bepaalde) formuleringen als ‘bereikte een rivier die zeer diep en breed was en woest stroomde’ geef ik als volgt weer: ‘bereikte een brede, diepe, woest stromende rivier’.