De 'vrede' van München beoordeeld door Britse conservatieve staatslieden
(1938)–Winston Churchill, Anthony Eden, Richard Law, Harold Nicolson– Auteursrecht onbekendWinston Churchill.Ik wil beginnen met het impopulairste en onaangenaamste van wat ik te zeggen heb. Ik wil beginnen met te zeggen wat iedereen liever zou willen voorbijgaan of vergeten, maar wat niettemin geconstateerd moet worden, namelijk dat wij een volstrekte en door niets vergoede nederlaag hebben geleden, en dat Frankrijk er nog erger aan toe is dan wij.... Het uiterste wat de Premier heeft kunnen verkrijgen - met al die ontzaglijke moeite die hij zich getroost heeft, met die ganse krachtsinspanning en mobilisatie die in ons land plaats vond, en met al die angst en zorg die wij hebben doorgemaakt - dat uiterste wat hij heeft kunnen winnen voor Tsjecho-Slowakijë en in de kwestie waar het om ging, was, dat de Duitse dictator, in plaats van zijn maaltijd van de tafel weg te grissen, zich ermee heeft vergenoegd hem gang voor gang opgediend te krijgen. De Minister van Financiën heeft gezegd dat het voor het eerst was, dat men Hitler ertoe gekregen had enigermate te retireren. Wij moeten waarlijk geen tijd verkwisten aan het verschil tussen de toestand die bereikt werd in Berchtesgaden, in Godesberg en in München. Die kan men heel eenvoudig samenvatten, als het mij vergund wordt mijn beeld wat te variëren. Men eiste 10 gulden met het | |
[pagina 16]
| |
pistool op de borst. Toen men die had, eiste men 20 gulden met het pistool op de borst. Ten slotte nam de dictator er genoegen mee ƒ 19.95 te aanvaarden en de rest in beloften van welwillendheid in de toekomst.... Niemand is een zo vastbesloten en onbuigzaam strijder voor de vrede geweest als de Premier. Dat weet ieder. Nooit is er zulk een intensieve en onverschrokken wil geweest om de vrede te handhaven en te beveiligen. Dat is volkomen waar. Evenwel is het mij niet geheel duidelijk waarom er zoveel gevaar bestond dat Groot-Brittannië of Frankrijk gewikkeld zouden worden in een oorlog met Duitsland op dat ogenblik, wanneer zij inderdaad aldoor al bereid waren Tsjecho-Slowakijë op te offeren. Op de voorwaarden, die de Premier heeft meegebracht, had men het, dunkt mij, gemakkelijk eens kunnen worden door middel van de gewone diplomatieke kanalen gedurende de zomer, wanneer dan ook. En ik zou willen zeggen dat ik geloof dat de Tsjechen, als zij aan zich zelf waren overgelaten en hun verteld was dat ze geen hulp zouden krijgen van de Westerse mogendheden, in staat waren geweest betere voorwaarden te verkrijgen dan ze nu gekregen hebben - die hadden haast niet erger kunnen zijn - na al deze ontzettende opschudding. Er kan nooit absolute zekerheid bestaan dat er gevochten zal worden, wanneer een partij besloten is volledig toe te geven. Wanneer men de voorwaarden van München leest, wanneer men ziet wat er in Tsjecho-Slowakijë van uur tot uur gebeurt, wanneer men zeker is van de goedkeuring of liever gezegd van het zich-erbij-neerleggen van het Parlement, wanneer de Minister van Financiën een rede houdt die in elk geval zeer krachtig en overtuigend poogt waar te maken dat het, alles welbeschouwd, niet alleen onvermijdelijk maar rechtvaardig was - als wij dat alles | |
[pagina 17]
| |
zien, en iedereen aan deze zijde van het Huis, met inbegrip van vele leden der Conservatieve Partij, die waakzame en zorgzame bewakers van het nationaal welzijn zijn, is er zeker van dat er niets op het spel stond dat ons levensbelang raakte, dan komt het mij voor dat men vragen moet: waar diende dan al die drukte en narigheid toe?... Hitlers overwinning is, gelijk zovele van de beroemde worstelingen die het wereldlot bepaald hebben, met een haarbreedte behaald. Na de verovering van Oostenrijk in Maart hebben wij dit vraagstuk in onze debatten behandeld. Ik veroorloofde mij een beroep te doen op de regering om iets verder te gaan dan de Premier ging, en een belofte te geven dat zij samen met Frankrijk en andere mogendheden de veiligheid van Tsjecho-Slowakijë zou garanderen, terwijl intussen het Sudeten-Duitse vraagstuk onderzocht zou worden door een Volkenbondscommissie of een ander onpartijdig lichaam, en ik geloof nog dat, wanneer die gedragslijn gevolgd was, de gebeurtenissen niet tot deze rampzalige toestand geleid zouden hebben... Frankrijk en Groot-Brittannië samen zouden, vooral wanneer zij in nauw contact met Rusland gebleven waren, wat nu zeker niet gebeurd is, in staat geweest zijn in die dagen in de zomer, toen ze er het prestige toe hadden, vele van de kleine landen van Europa te beïnvloeden, en ik geloof met name dat ze de houding van Polen hadden kunnen beheersen. Zulk een combinatie, voorbereid in een tijd toen de Duitse dictator zich nog niet stellig en onherroepelijk had vastgelegd op zijn nieuwe avontuur, zou, geloof ik, al die krachten in Duitsland gesterkt hebben die zich verzetten tegen deze onderneming, dit nieuwe plan. Dat waren uiteenlopende krachten: die van militaire aard, welke verklaarden dat Duitsland niet gereed was om een wereldoorlog te ondernemen; en dan die hele massa van | |
[pagina 18]
| |
gematigde stemming bij het volk, dat de oorlog vreesde, en waarvan sommige elementen nog steeds enige invloed op de regering hebben. Zulk een haddelwijze zou sterkte gegeven hebben aan al dat intense verlangen naar vrede, dat de hulpeloze Duitse massa's delen met hun Britse en Franse medemensen, en dat een hartstochtelijke, voor deze ene keer toegestane uiting vond in de vreugdevolle manifestaties waarmee de Premier in München is gehuldigd. Al die krachten, gevoegd bij de overige afschrikwekkende werkingen, welke combinaties van staten, grote en kleine, klaar om op te komen voor het recht en voor de ordelijke wegneming van grieven, zouden hebben uitgeoefend, hadden zeer goed succes kunnen hebben... Ik acht het niet fair om hen, die deze gedragslijn gevolgd zouden willen zien, en wel standvastig en vastbesloten gevolgd, te beschuldigen van een onmiddellijke oorlog te hebben gewenst. Naast onderwerping en onmiddellijke oorlog was er nog dit derde alternatief, dat een hoop gaf, behalve op vrede, ook nog op gerechtigheid. Zekerlijk vereiste zulk een beleid, om te kunnen slagen, dat Engeland openlijk en lang te voren de verklaring aflegde, dat het met anderen zou meedoen om Tsjecho-Slowakijë te verdedigen tegen een onuitgelokte aanval. De Regering heeft geweigerd die waarborg te geven toen hij de situatie gered zou hebben; en toch heeft zij hem ten slotte gegeven, toen het te laat was, en nu hernieuwt zij hem voor de toekomst, nu zij niet de minste mogelijkheid heeft om ervoor in te staan. Alles is voorbij. Zwijgend, droevig, verlaten, gebroken treedt Tsjecho-Slowakijë terug in de duisternis. Het heeft in elk opzicht nadeel ondervonden van zijn verbinding met de Westerse democratieën en de Volkenbond, waarvan het altijd een gehoorzame dienaar geweest is. Het heeft | |
[pagina 19]
| |
in het bijzonder nadeel ondervonden van zijn verbinding met Frankrijk, door welks politieke leiding het zo lange tijd ondersteund werd. Zelfs die maatregelen, die onze Regering in de Engels-Franse overeenkomst genomen heeft om het de best mogelijke kans te geven, namelijk de scheiding volgens de maatstaf van 50% in zekere districten, in plaats van een volksstemming, hebben het schade berokkend, omdat er bovendien nog in grote gebieden een volksstemming zal komen,Ga naar voetnoot*) en die andere staten die iets te eisen hadden, ook op het hulpeloze slachtoffer aangevallen zijn. De gemeentelijke verkiezingen, waarvan de uitslagen tot grondslag genomen zijn voor de scheiding naar 50%, zijn gehouden om een inzet, die niets had uit te staan met aansluiting bij Duitsland. Toen ik den heer Henlein hier ontmoette, verzekerde hij mij, dat dat niet het verlangen van zijn volk was. Er werd uitdrukkelijk verzekerd, dat het slechts ging om autonomie, om het verkrijgen van een eigen positie binnen de Tsjecho-Slowaakse staat. Niemand heeft het recht om te zeggen dat de volksstemming, die in sommige gebieden gehouden zal worden op de manier van het Saargebied, en de begrenzing van de 50%-gebieden, dat die twee operaties samen ook maar enigszins neerkomen op een beslissing door zelfbeschikking. Het is bedrog en bespotting er die naam aan te geven. Wij in ons land, evenals andere liberale en democratische landen, hebben een goed recht om het beginsel van zelfbeschikking te prijzen, maar het past slecht in de mond van diegenen in de totalitaire staten, die zelfs de geringste verdraagzaamheid ontzeggen aan iedere groep of richting binnen hun grenzen. Maar, hoe men het ook voorstelt, deze mensenmassa, die overgedragen | |
[pagina 20]
| |
wordt, heeft nooit de wens geuit om zich onder het nazibewind te begeven. Ik geloof niet dat zij, wanneer men nu nog hun mening kon vragen, een zodanig verlangen zouden te kennen geven. Wat is de positie van het Tsjecho-Slowakijë, dat overblijft? Het is niet enkel politiek verminkt, maar het is ook economisch en financiëel een volkomen chaos. Het bankwezen, de spoorwegverbindingen zijn uiteen gerukt en gebroken, de industrieën zijn lamgelegd, en het lot van de bevolking is vreselijk. De mijnwerkers uit de Sudeten, die allen Tsjechen zijn en wier families eeuwenlang in dat gebied gewoond hebben, moeten nu vluchten naar een streek, waar haast geen mijnen zijn om in te werken. Het is een tragedie, die hier is geschied.... Altijd zal er een diepe spijt en een gevoel van schaamte achterblijven in het hart van ons, Engelsen, over de rampen die de Tsjecho-Slowaakse republiek hebben getroffen. Zij zijn hiermee nog niet geëindigd. Ieder ogenblik kan er een storing komen in de afwikkeling van het programma. Ieder ogenblik kan er een bevel komen van den heer Goebbels om zijn propaganda van leugens en laster opnieuw te beginnen. Ieder ogenblik kan er een incident worden uitgelokt; en wat is er, nu de fortenlinie verwijderd is, dat de wil van den veroveraar kan stuiten? Het is duidelijk, dat wij niet in staat zijn hun thans de geringste hulp te verschaffen, behalve wat tot ieders voldoening gedaan is, de financiële hulp, die de Regering onmiddellijk verstrekt heeft. Ik ben geneigd te menen, dat in de toekomst de Tsjecho-Slowaakse staat niet gehandhaafd kan worden als een onafhankelijk geheel. Men zal, denk ik, zien, dat binnen een tijdsverloop mogelijk van jaren, maar wellicht slechts van maanden Tsjecho-Slowakijë opgeslokt wordt in het nazi-régime. Misschien zullen zij er zich bij aansluiten, | |
[pagina 21]
| |
in wanhoop of tot wraak. Hoe dan ook, dit verhaal is uit. Wij kunnen het gepleegde verraad en de ondergang van Tsjecho-Slowakijë niet beschouwen alleen in het licht van wat pas de laatste maand is gebeurd. Het is de bitterste consequentie, die wij tot nu toe ondervonden, van wat wij gedaan en wat wij ongedaan gelaten hebben in de laatste vijf jaar - vijf jaar van nutteloze goede bedoelingen, vijf jaar van ijverig zoeken naar de lijn van de geringste weerstand, vijf jaar van ononderbroken achteruitgang van Engelands macht, vijf jaar van verwaarlozing van onze luchtstrijdkrachten. Dat zijn de trekken die ik hier moet aanwijzen, en die een kortzichtig bestuur kenmerkten, waarvoor Groot-Brittannië en Frankrijk duur moeten betalen. In die vijf jaar is ons een positie van veiligheid ontnomen, zo overweldigend en zo onbetwistbaar dat wij er geen aandacht aan schonken. Een positie is ons ontnomen waarin het woord ‘oorlog’ gold als een woord, slechts gebruikt door personen die voor een krankzinnigengesticht in aanmerking kwamen. Een positie van veiligheid en macht is ons ontnomen - macht om goed te doen, macht om ridderlijk te zijn jegens een verslagen vijand, macht om met Duitsland tot overeenstemming te komen, macht om de Duitse grieven naar behoren weg te nemen, macht om de Duitse bewapening te stuiten als wij dat wilden, macht om krachtsontwikkeling of tegemoetkomend-heid of rechtvaardigheid te betrachten, al naar ons goed dacht - in die vijf jaar zijn wij van een veilige en onbetwiste positie gekomen waar wij nu zijn.... Wij staan voor een ramp van de eerste grootte, die Groot-Brittannië en Frankrijk heeft getroffen. Laat ons daarvoor de ogen niet sluiten. Men moet er zich nu in schikken, dat alle landen van Midden- en Oost-Europa tot overeenkomsten zullen overgaan, zo goed en zo kwaad | |
[pagina 22]
| |
als zij kunnen, met de zegevierende nazi-mogendheid. Het stelsel van bondgenootschappen in Midden-Europa, waarop Frankrijk zijn veiligheid steunde, is weggevaagd, en ik zie geen middel om het te herstellen. De weg langs het Donau-dal naar de Zwarte Zee, naar de graan- en olievoorraden, de weg die naar Turkijë leidt, is nu geopend. In feite, zo niet formeel, zullen, naar ik geloof, al die landen van Midden-Europa, al die Donau-staten de een na de ander betrokken worden in dit uitgestrekte stelsel van machtspolitiek - niet alleen militaire maar ook economische machtspolitiek - dat van Berlijn uitstraalt, en ik geloof dat dit heel vlot en snel kan worden bewerkstelligd, zonder dat het met een enkel schot gepaard behoeft te gaan. Als gij in ogenschouw wilt nemen wat de buitenlandse politiek van Engeland en Frankrijk heeft aangericht, let dan op wat er gebeurt en elke dag in de kolommen van de ‘Times’ gemeld wordt. Vanmorgen las ik over Joego-Slavië: ‘De gevolgen van de crisis voor Joego-Slavië kan men onmiddellijk bespeuren. Sedert de verkiezingen van 1935, die kort na de moord op koning Alexander plaats vonden, hebben de Servische en Kroatische oppositiepartijen tegen de regering van Dr Stojadinowitsj hun gehele campagne voor de volgende verkiezingen gevoerd onder de leuze “Terug naar Frankrijk, Engeland en de Kleine Entente, terug naar de democratie!” De gebeurtenissen der laatste veertien dagen hebben de politiek van Dr Stojadinowitsj zo overtuigend gelijk gegeven (zijn politiek is er een van nauwe aansluiting bij Duitsland), dat de oppositie eensklaps ineen gezakt is. De nieuwe verkiezingen, waarvan het tijdstip nog onzeker was, zullen nu waarschijnlijk zeer spoedig gehouden worden en kunnen slechts uitlopen op een overweldigende zege van de regering van Dr Stojadinowitsj.’ Dat was een land, dat drie maanden geleden zich bij de overige landen geschaard zou hebben om tegen te houden wat gebeurd is. En dan, wat is er in Warschau geschied? De Britse en Franse ambassadeurs bezochten kolonel Beck, | |
[pagina 23]
| |
den minister van Buitenlandse Zaken, of liever trachtten hem te bezoeken, ten einde te vragen om een enige verzachting van de harde maatregelen, tegen Tsjecho-Slowakijë genomen in zake Teschen. Men sloeg de deur voor hun neus dicht. Den Fransen ambassadeur werd zelfs geen audiëntie toegestaan, en den Britsen gaf men een kort antwoord door een ambtenaar. De hele zaak wordt in de Poolse pers voorgesteld als een politieke indiscretie, door die twee mogendheden begaan, en vandaag lezen wij dat kolonel Beck zijn slag geslagen heeft. Ik ben niet vergeten, moet ik erbij zeggen, dat het nog geen twintig jaar geleden is, dat Britse en Franse bajonetten Polen bevrijdden uit de knechtschap van anderhalve eeuw. Ik acht het waarlijk een droevige episode in de geschiedenis van dat land, voor welks vrijheid en recht zo velen van ons warme en langdurige sympathie hebben gehad. Deze voorbeelden typeren. Gij zult zien, dag na dag, week na week, de volkomen vervreemding van die streken. Vele van die landen hadden, uit vrees voor de opkomst van de nazi-macht, toch al politici, ministers, regeringen die pro-Duits waren, maar er was altijd een uitgebreide stroming onder het volk in Polen, Roemenië, Boelgarijë en Joego-Slavië, die naar de Westerse democratieën keek, en die het denkbeeld, dat deze willekeur-heerschappij van het totalitaire systeem over hen zou komen, verafschuwde en hoopte dat men het een halt zou toeroepen. Dat alles heeft afgedaan.... Wat zal de positie zijn van Frankrijk en Engeland in dit jaar en de volgende? Wat zal de positie zijn van dat Westelijke front, dat wij met ons volle gezag gewaarborgd hebben? Het Duitse leger is op het ogenblik talrijker dan het Franse, ofschoon lang niet zo gerijpt en geschoold. Het volgend jaar zal het veel groter worden en zijn scholing | |
[pagina 24]
| |
vollediger zijn. Bevrijd van alle ongerustheid in het Oosten, en in het bezit gekomen van hulpbronnen, die de afschrikwekkende werking van een mogelijke blokkade ter zee ten zeerste zal verminderen, zo niet geheel en al wegnemen - zo zullen de machthebbers van nazi-Duitsland de vrije keuze hebben naar welke zijde zij hun blik willen wenden. Wanneer de nazi-dictator het zou verkiezen westwaarts te kijken, wat mogelijk is, dan zullen Frankrijk en Engeland bitter het verlies betreuren van dat prachtige leger van het oude Bohemen, dat verleden week geschat werd niet minder dan 30 Duitse divisies voor zijn vernietiging te vereisen. Kunnen wij de ogen sluiten voor de grote verandering, die in de militaire situatie heeft plaats gegrepen, en voor de gevaren, waaraan wij het hoofd moeten bieden?... Vele lieden geloven, stellig oprecht, dat zij alleen maar de belangen van Tsjecho-Slowakijë prijsgeven, terwijl ik vrees dat wij ervaren zullen de veiligheid en zelfs de onafhankelijkheid van Groot-Brittanië en Frankrijk op het spel gezet en misschien onherstelbaar in gevaar gebracht te hebben. Het gaat er niet alleen om de Duitse koloniën af te staan, zoals zeker van ons gevraagd zal worden. Ook gaat het er niet alleen om, dat wij invloed in Europa verliezen. De zaak gaat veel dieper. Men moet in aanmerking nemen het karakter van de nazi-beweging en het régime dat eruit voortvloeit. De Premier wenst hartelijke betrekkingen tussen ons land en Duitsland. Het is in het geheel niet moeilijk hartelijke betrekkingen tussen de volken te hebben. Onze harten gaan naar de Duitsers uit. Maar ze hebben geen macht. Nooit echter zal er vriendschap kunnen bestaan tussen de Britse democratie en de nazi-macht, die de Christelijke moraal veracht, die zijn voortschrijden opvrolijkt met een barbaars heidendom, die praalt met een geest van | |
[pagina 25]
| |
agressie en verovering, die kracht en pervers genoegen uit vervolging put, en die, gelijk wij hebben gezien, met meedogenloze wreedheid gebruik maakt van bedreigingen met moorddadig geweld. Die macht kan nimmer de vertrouwde vriend zijn van de Britse democratie. Wat ik onduldbaar vind, is het besef, dat ons land geraakt in de macht en in de invloedsfeer van het nazi-Duitsland, en dat ons bestaan afhankelijk wordt van hun believen..... Wij hebben zonder oorlog een nederlaag geleden, welks gevolgen ons nog lang op onze weg zullen begeleiden. Men moet zich bewust zijn, dat wij een geduchte mijlpaal in onze geschiedenis zijn voorbijgegaan, toen het ganse evenwicht van Europa ontwricht werd, en dat tot de Westerse democratieën de vreselijke woorden gesproken zijn: ‘Gij zijt gewogen en te licht bevonden.’ En meen niet dat dit het einde is. Dit is pas het begin van de afrekening. Dit is pas de eerste teug, de eerste voorproef van een bittere beker, die ons jaar in jaar uit gereikt zal worden, tenzij wij door een alleruiterste opleving van geestelijke gezondheid en martiale flinkheid herrijzen en pal staan voor de vrijheid, gelijk in de oude tijd. |
|