De vrolyke zang-godin, opheffende veelerhande ernstige en boertige gesangen, kusjes en drink-liederen
(2012)–Anoniem Vrolyke zang-godin, De– Auteursrechtelijk beschermdAan deselveVois: Ey sta wat goelyk meysje1.
Hoe kunt gy altoos vresen,
O Kloris, dat mijn hert
Niet sal stantvastig wesen:
Pynt u Ziel niet met die smert,
Mijn liefde sal de rotsen
Der Alphen, hoog van kruyn,
In het verduren trotsen,
Vast en duursaam als Arduyn.
2.
Soo lang de Son mijn oogen
Met hare glans verheugd,
Sal ik stantvastig pogen
Om u onbesproke deugd,
Met hert en ziel en sinnen
Uyt een opregt gemoed
| |
[pagina 82]
| |
Stantvastig te beminnen
Met een ongeveinsde gloed.
3.
Geen schoonheid, goud, nog staten,
Geen dwang, nog bitse nijd
Sal my u doen verlaten
Die alleen mijn Leidster Ga naar voetnoot+ zijt,
Wiens sagt gemoed en deugden,
Gelijk de dauw het gras,
Mijn teder hert verheugden,
En van alle pyn genas. Ga naar voetnoot+
4.
Wel, laat dan uwe sinnen,
Mijn Kloris, noit voortaan
Door laffe vrees verwinnen,
Tragt die steeds te wederstaan.
Mijn hert sal altoos toonen,
Trots dwang en nydig gift,
Dat niets in my kan wonen
Als een ongeveynsde drift. Ga naar voetnoot+
|