De vrolyke zang-godin, opheffende veelerhande ernstige en boertige gesangen, kusjes en drink-liederen
(2012)–Anoniem Vrolyke zang-godin, De– Auteursrechtelijk beschermdCephalus Prokris doorschoten hebbendeVois: Pourquoy faut il que je souspire, Of: Besnedene velden1.
O Noodlot, schept gy dan behagen
In mijn onlydelijke smert!
O Minne nijd vol felle plagen,
Hoe prangd gy dus mijn teder hert!
Moest ik, o vreugde en lust van mijn leven,
Mijn Prokris, door uw sugten verbeid, Ga naar voetnoot+
U de rampsalige doodsteek geven
Die ewig ons van Elkanderen scheid?
2.
Vervloekte schicht, moet gy doorboren
Met sulk een doodelijke wond
Dat herte dat sig van te voren
So trouw aan mijne min verbond;
Is 't mogelijk, dat ik met mijne oogen,
| |
[pagina 24]
| |
O goden, Ga naar voetnoot+ dit treurspel beschouwen moet;
Wat heeft u tot dese straf bewogen,
Verdiende dit oit mijn suivere gloed?
3.
Ag Prokris, moest gy dan geloven
Dat oit mijn min verkoelen sou
Of in mijn teder hert verdoven,
Aan u so vast verknogt in trouw?
Wat deed uw hert so wantrouwig wesen
En twijffelen aan mijn standvastigheid?
Ag, niets is in Liefde so hevig te vresen
Als nimmer genoegde en snode Nyd! Ga naar voetnoot+
|