Het vrolijke bleekersmeisje
(ca. 1841)–Anoniem Vrolijke bleekersmeisje, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 37]
| |
'k Kan zonder u niet leven,
Ach! wees niet mij begaan.
2.[regelnummer]
Is al mijn hoop verloren?
Win ik niets op uw hart?
Moet ik in droefheid smoren?
Ondraaglijk is mijn smart;
Waar of ik ga, waar of ik sta,
Uwe beeldt'nis volgt mij altoos na,
Door liefde aangespoord; bis.
Ach! troost mij eer ik sterve,
Ik bidt, geef mij uw woord.
3.[regelnummer]
Kan ik door al mijn smeken,
Bij u geen troost ontvaân?
God zal mijn liefde wreken,
Ik kan niet meer bestaan,
'k Verlang nu niets meer dan den dood,
Die 't leven afsnijdt klein en groot.
O dood! kom met uw seis, bis.
Snijd af den draad mijns levens,
Voer mij in 't Paradijs.
4.[regelnummer]
Neen, neen, mijn uitgelezen!
O pronk van meisjes veel,
Gij hoeft niet meer te vreezen,
Ik neem u tot mijn deel;
Gij wordt mijn vrouw, ik wordt uw man,
Niets dat mij meer weêrhouden kan;
O Engel! vol van min, bis.
De dood alleen kan scheiden,
Ik toon uw wedermin.
|
|