Het vrolijke bleekersmeisje(ca. 1841)–Anoniem Vrolijke bleekersmeisje, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Het vrijheidminnend Meisje. Wijs: Staat uw buurmans huis in brand! Was ik niet een zotte meid, Zoo ik een man ging kiezen, Dan was ik mijn vrijheid kwijt, Ik zou er bij verliezen; Neen, ik laat vreijen wie maar wil, Maar van trouwen zwijg ik stil, Ik hou het met de vrijheid, Dat is de grootste blijheid. [pagina 35] [p. 35] 2.[regelnummer] Laatst verzocht mij stijve Klaas Om met hem te wandelen, 'k Deed het, aanstonds ging die dwaas Over 't trouwen handelen; Zoo als ik dat had gehoord, Sprak ik: lieve Klaas! ga voort, Ik hou het met de vrijheid, Dat is de grootste blijheid. 3.[regelnummer] Pieter met zijn sparciehaar, Wou mij laatst plaizieren, En toen vroeg die sukkelaar: Willen wij eens zwieren, En dan eens praten van den trouw, Want ik heb zulk een zin in jou; Maar ik zei: Piet! de vrijheid! Is mijn grootste blijheid. 4.[regelnummer] Toen kwam Willem van de Pil, Ook om mij te plagen, Een kromme nens en scheeve bil, Die durfde mij ook vragen, Of hij mogt in mijn gratie staan, Om met hem te trouwen gaan, Maar, Willem! neen, de vrijheid, Is de grootste blijheid. 5.[regelnummer] Bogchelig Keesje da 's een plug, Met zijn ferme kuiten, En een molshoop op zijn rug, Nu dat is maar van buiten; Hij vroeg: hebt gij in 't trouwen zin, Dan ben ik het die u min, Maar ik zei: Kees! de vrijheid, Is de grootste blijheid. 6.[regelnummer] Gerrit met zijn wipperneus, En zijn breede lippen, [pagina 36] [p. 36] 't Is een kerel als een rens, Dacht mij eens te knippen; Want hij sprak: mijn lieve meid! 'k Weet dat gij lang naar mij vreid, Maar Gerrit! neen, de vrijheid, Is de grootste blijheid. 7.[regelnummer] Onder al die ak'ligheid, Heb ik toch een knappe, Die gestadig naar mij vreidt, En 't misschien zal lappen. Want hoe ik mij ook verweerd, Wanneer hij mij encontreerd, Hij lacht om mijn vrijheid, Trouwen is zijn blijheid. 8.[regelnummer] Maar als elk als ik ook dacht, Was 't niet te verdragen, Waar bleef dan ons nageslacht, En steeds vriend en magen? En een elk heeft gaarne pret, Aan de tafel of in 't bed, Daar jokt men ook in vrijheid, En smaakt tevens blijheid. Vorige Volgende