De vrolyke kramer, met Klyn Jans pleizierig en vermakelyk Mars-dragend hondje
(ca. 1780)–Anoniem Vrolyke kramer, De– AuteursrechtvrijStem: Als ’t Begind.SIlvia, volmaaktste Maagd van alle Maagden,
Silvia, Gy hebt myn jonk Hert doorwond,
| |
[pagina 63]
| |
Een Lonkje van u myn Zieltje kan behagen,
God Iupyn u Schoonheid nooit heeft doorgrond:
Ik roep roem van geluk,
Als ik uw Bloempje pluk,
Al van uw Lipjes ruk,
Wel aan Godin, Ik wil gewillig Sterven,
Want al ’t Aardsche Goed,
Agt gy Minnegloed,
Ik wensch van u Besproed:
Wel ey laat my Philis u Dienaar zyn.
Ik weet gy hebt uwe Schoonheid van boven
En gy roemt nog van uwe Medicyn,
Daarom diend gy vooral Natuur te loven,
Uw Kaakjes gebloost,
Uw Borst besproeit met Melk,
Uw hals als een Zwaan,
Oogen als Diaan,
Klaarder al de Maan:
Wel ey laat my Philis uw Dienaar zyn.
Cupido, Waarom gaat gy gestadig Stoken
En altyd op haar Trouwheid ontvonken doed,
En altyd op u Kansje zyt getroffen,
Maar daald met u Boog
En wilt haar met u Schigt doortreffen,
Dringt door haar Hert,
Met een zoete smert,
Dat zy gevoelig werd,
En maakt haar dan,
Dat gy haar houd en dwang.
|
|