De vrolyke kramer, met Klyn Jans pleizierig en vermakelyk Mars-dragend hondje
(ca. 1780)–Anoniem Vrolyke kramer, De– AuteursrechtvrijVois: Ach Liefste Herderin.LIef ontwaakt schoon Herderin,
Treed met my ten Velden in;
Lief ontwaakt schoon Herderin
En gy staat in myn Zin.
Gy zyt myn Engel myn schoone Blom,
Kies my voor uw Bruidegom,
Laat ons Paren met malkaren,
In den egte Trouw, Als Man en Vrouw.
Herder al u zoete Praat,
Myn ’er voorwaar niet aan en staat:
Herder al uw zoete Praat,
Myn ’er voorwaar niet aan en staat:
Ik ken de Ionkmans haar loos gevly,
Want zy zyn vol Bedriegery,
Wilt vertrekken, Zonder gekken,
Ik blyf hier in het Dal, By de Vogelen al.
Och! myn waarde Herderin,
Gy zyt die geen die ik ’er Bemin:
Och! myn waarde Herderin
En myn schoone Veld-Godin:
Ik zweer by Sterren, Zon en Maan,
U nooit te Verlaten gaan,
| |
[pagina 58]
| |
Wilt ontfangen, Met groot verlangen,
Daar is myn Trouw, ô! Schoon Ionkvrouw.
Herder u Klagen is om niet,
Gy zoekt my te brengen in ’t Verdriet,
Herder u Klagen is om niet,
En het is ’er wel meer geschied,
En als gy myn Maagdom had in ’t net,
Dan waar ik van myn Eer ontzet,
Dan zou gy my Haten, En gaan Verlaten,
Maar gaat heen, Ik blyf liever alleen.
Herderin myn waarde Pand
Steek nog eens uit uw Regterhand:
Herderin myn waarde Pand,
En daar is ’er een Diamant,
Ontfangt van my een Ring op Trouw,
Gy zult dan wezen myn waarde Vrouw,
’k Wou veel liever Sterven, Als u te Derven,
Myn Engelin, Die ik Bemin.
Herder laat dog u Klagen staan,
Ik zal my dan Bereiden gaan,
Herder laat dog u Klagen staan,
Staak dog al u droef Getraan:
Leander ik schenk u myne Trouw,
Ik zal wezen u Egte Vrouw,
Laat ons Verbinden, Hier onder de Linden,
Myn Lief in nood, Tot in der Dood.
Komt Herders en Herderinne fier,
Vlegt nu een Krans van groene Lauwerier:
Komt Herder en Herderinne fier,
Maakt zamen een goede rier:
Komt gy Speelnoten maakt den Dans,
Onder de groene Lauwerkrans,
Muzikanten wilt nu Speelen,
Op Trompetten en Veelen,
Op Schalmey en Fluit,
Voor Bruidgom en Bruid.
|
|