De vrolyke prinsman, zingende allerhande nieuwe liederen

[p. 45]

Vreugde-lied voor Willem de Vyfde, Prins van Oranje.

Op een aangenaame wys.

Komt vrinden aanhoord eens wat vermaak
Dat 'er was op den agtsten Maart,
Al in de Stad 's Gravenhaage,
Als men het regt betragt
Wat een vreugd men weer beleefd,
Dat ons God weer heeft verheugd.

Oranje-Stam hoord men met geschal,
In alle Straaten overal,
Met veel kaarslicht en vlambouw,
Het was waard dat men 't beschouw, bis.
Wat een vreugd.

Men zag den agtsten Maart al in den Haag
Veel sieraad al van ons Jaar,
Doch het was het Jaargetal geteld,
1788 Wierd het klaar gesteld, bis.
Wat een vreugd.

Men zag Zyn Hoogheid in alle Straaten
Om te zien dat wonder schoon,
Met zyn Spruitjes zeer lief en waard,
Veel Koetse zag men ook ten toon, bis.
Wat een vreugd.

Men zag veel volk op de baan,
Om te zien de schoonheid aan,
Het was vreugde overal,

[p. 46]

 

Met zingen, danzen duizend in tal, bis.

 

Wat een vreugd.

Oranje wier bemind al wat men vind,
Van ieder Kind wierd gedragen Oranje-lint
Men hoord met een bly geschal,
Nu is Oranje overal, bis.
Wat een vreugd.

Het was een geschal op Dorp en Stede,
Als ook Leyden, Delft en Rotterdam,
Zag men ook veel vrolykheid,
In Dordrecht was men ook verblyd, bis.
Wat een vreugd.

Loof nu Gods magt voor die wonderkragt
Dat Hy ons heeft toegebragt,
Dat men weer zyn Jaardag houd,
In alle Plaatzen dat men 't houd;
Ik verzoek om de gunst
Voor onze lieve Prins en Princes,
Een goede Verjaardag wensch.