De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De doopseel. Vermyd verstrooying van gedagten, Zoo gy de ware rust begeert; Veragt geen Fabel, die u leert, Wat uit onagtzaamheid al nadeel staat te wagten: Het zy men zich als gek vertoon', Het zy men brave luiden hoon', Of 't voordeel, dat men wenscht, zie vlugten, En sterke reden hebbe om groot verdriet te dugten. Een Koopman, die by dag, by avond en by nagt, Wanneer hy wakker lag of bezig was met droomen, Steeds droomde van 't Kantoor en 't geen daar voor kon komen, En naauwlyks ooit om iets dan om Negotie dagt, Moest eens, om zekre zaak te styven, Een doopseel van zyn eenig kind, Gewomen by zyn vrouw, die hem alleen bemint, Met zynen naam en van noodwendig onderschryven. Hy schreef alleen een woord of drie: Twee kwamen wel te pas: het laatste, zoo wy agten, Sproot uit verstrooying van gedagten. Hy schreef jan tel en Kompagnie. Vorige Volgende