De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij
[pagina 141]
| |
In meer dan een geval gevraagd
Om hem zyn' wyzen raad te geven.
De Koning wenschte, op zekren dag,
Dat hem de Wysgeer tog het middel zoude ontdekken,
Dat, naar zyn denkbeeld, meest tot nut van 't Land kon strekken,
En tevens dienstig was voor 't Vorstelyk gezag.
De schrandre Filosoof gaf op die beide vragen
Vrymoedig dezen wyzen raad:
Geef aan geen' onderdaan, die leeft in uwen staat,
Door eenig onregt grond tot klagen;
Win ieders hart, kan 't zyn, door uw weldadigheid;
Leen de ooren aan geen mensch, wiens tong u listig vleit;
Kies weinig luiden uit tot uw vertrouwelingen;
Erken Gods hand in alle dingen;
Stel al uw hoop op hem, alsof der menschen magt
Nooit wettig werk ten einde bragt;
Maar denk met een dat God, wiens wysheid elk moet eeren,
Geen werkeloosheid van de menschen kan begeeren.
|
|