De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 119] [p. 119] Bevordering zonder verdiensten. Een Vorst schonk, op 't aanhoudend smeeken Van een, die deugd en moed en schranderheid bezat, Aan een', die geen verdiensten had, Maar aadlyk was, een Ridderteeken. De man, die deze gunst ontving, Door voorspraak van den Hoveling, Bedankte zynen Vorst, en schroomde niet te zeggen: Ik weet, ô Koning! en erken Dat ik deze eer onwaardig ben, Die uwe Majesteit my gunstig toe wil leggen. Het antwoord was: 'k verhef, myn Heer! Om uw verdienste u niet tot zulk een' trap van eer; Maar enkel op 't verzoek van een van uwe vrinden, In wien verdiensten zyn te vinden. Vorige Volgende